VN: Kloof tussen arm en rijk steeds groter
LONDEN (AP) - De rijkste 2 procent van de volwassenen bezit ruim de helft van het vermogen van de huishoudens op de wereld; 1 procent bezit zelfs 40 procent van alle roerend en onroerend goed, contanten en spaartegoeden. Daarnaast geldt dat de helft van de volwassen wereldbevolking nauwelijks 1 procent hiervan bezit.
Dit wordt gemeld in een dinsdag vrijgegeven rapport van het in Helsinki gevestigde World Institute for Development Economic Research, een onderdeel van de United Nations University.Een van de voornaamste conclusies van het rapport is dat de kloof tussen arm en rijk nog altijd groeit. „De inkomensongelijkheid is de afgelopen 20 tot 25 jaar toegenomen en wij denken dat dit tevens geldt voor de ongelijkheid in de vermogensdistributie”, zegt James Davies, een van de auteurs van het rapport. De cijfers in het rapport betreffen de situatie in 2000.
Davies signaleert ook hoopvolle trends: China en India maken een razendsnelle economische ontwikkeling door. In een land als Bangladesh helpt het microkrediet mensen aan de onderkant hun persoonlijke bezit te vergroten. In andere landen stellen grondregistratieprogramma’s armen voor het eerst in staat grond te bezitten.
Het onderzoek plaatst een volwassene met een persoonlijk vermogen van 1650 euro in de bovenste helft van de vermogensschaal. Degenen in de hoogste 10 procent beschikken over een tegoed van 45.800 euro of meer; voor de rijkste 1 procent, ongeveer 37 miljoen personen, geldt een ondergrens van 375.000 euro.
”Vermogen”, ”tegoed” of ”rijkdom” wordt in het rapport gedefinieerd als de waarde van fysieke (roerend zowel als onroerend goed) en financiële tegoeden na aftrek van schulden.
Het vermogen van de huishoudens werd in 2000 wereldwijd gesteld op 94 biljoen euro, het equivalent van ruwweg driemaal de waarde van de totale wereldwijde productie, of 16.400 euro per persoon. Het gemiddelde vermogen in de Verenigde Staten bedroeg in 2000 108.000 euro per persoon, dat in Japan was gemiddeld 136.000 euro per persoon. In India bedroeg dit vermogen 825 euro en in Indonesië 1050 euro.
Bijna 90 procent van de rijkdom is geconcentreerd in Noord-Amerika, Europa en landen in het gebied van de Stille Oceaan. Hoewel Noord-Amerika slechts 6 procent van de volwassen wereldbevolking telt, is het goed voor 34 procent van het wereldwijde, huishoudelijke bezit.
China bezet een groot gedeelte van het middelste derde deel van de wereldwijde vermogensschaal. India, andere Aziatische ontwikkelingslanden en Afrika overheersen in het laagste derde segment.
China is nog niet geplaatst in de hoogste categorie, omdat het gemiddelde vermogen bescheiden is en gelijkmatig verdeeld. Verondersteld wordt evenwel dat China in 2006 al aanzienlijk meer welgestelden heeft dan in 2000 en dat het aantal superrijken er snel toeneemt.