Binnenland

Elbe van de ondergang gered

MAASSLUIS - Tot tweemaal toe zonk de Elbe naar de bodem. Het schip ligt nu echter fier op het water van de haven in Maassluis. Dankzij een financiële donatie lijkt de toekomst van wat ooit ’s werelds grootste zeesleper was, definitief gered. „De belangstelling voor het schip is enorm.”

30 November 2006 09:43Gewijzigd op 14 November 2020 04:19

De haven aan de Govert van Wijnkade in het Zuid-Hollandse Maassluis straalt iets van nostalgie uit. Niet in de laatste plaats door de aanwezigheid van de Elbe.De hoge gele masten van het vaartuig steken af tegen de diepblauwe lucht. Boven het water maken enkele meeuwen met veel gekrijs ruzie over iets wat op een stukje vis lijkt. Op de achtergrond stomen zeeschepen over de Nieuwe Waterweg naar de Noordzee. Zo ver is het voor de Elbe nog niet.

Toch blijft de zeesleper niet tot in lengte van jaren in de Maassluise haven liggen, belooft Roger van der Kraan van de Stichting Maritieme Collectie Rijnmond, eigenaar van de Elbe. „De belangstelling voor het schip is enorm. Vanaf 2009 willen we gaan varen met passagiers en bedrijven de mogelijkheid bieden personeelsfeestjes aan boord te houden. We denken ook aan educatieve projecten voor bijvoorbeeld scholen.”

Eerst wordt de Elbe in de originele staat teruggebracht. Deze week werd bekend dat het Fonds Schiedam Vlaardingen e.o. een fors deel bijdraagt aan de kosten van de operatie. „Met dat bedrag -hoeveel het is, zeg ik niet- zijn we uiteraard dolblij.”

Na jarenlange omzwervingen over de wereldzeeën keerde de voormalige zeesleepboot in 2002 terug in Maassluis. „Sindsdien zijn veel vrijwilligers in touw om het museumschip te restaureren”, aldus Van der Kraan. „Helaas zonk het vaartuig tot twee keer toe, waardoor we zowel de machinekamer als het interieur uit elkaar hebben moeten halen.”

Verrassend was volgens de pr-man dat het zoute water het interieur van de Elbe niet onherstelbaar heeft beschadigd. „Het hout en andere onderdelen bleken goed in de verf te zitten. Stukje bij beetje plaatsen we het interieur en de machineonderdelen terug. Origineel dus”, benadrukt hij. Met zijn hand wijst Van der Kraan naar een houten deurtje dat de sporen draagt van het scharnier. „Zulke details laten we intact. Het is niet voor niets een museumschip.”

Een afdaling in het vooronder van de Elbe doet het geluid van de slijptol dichterbij komen. Enkele vrijwilligers -gestoken in een overall en met een stofbril op- zijn in de weer in de manschappenverblijven. Er hangt een penetrante geur van teer, gebruikt om roestvorming op de binnenwanden van het schip tegen te gaan. Het is nauwelijks voor te stellen dat de matrozen in zo’n kleine ruimte nog enige privacy hadden. De vertrekken krijgen nieuwe isolatie, nieuwe elektrische bekabeling en nieuwe vloeren. Een van de mannen komt dichterbij en brult boven het lawaai uit dat hij nog wat schroefjes nodig heeft.

„Van deze mensen moeten we het hebben”, zegt Van der Kraan. „Zij hebben met elkaar al zo’n 36.000 manuren in het schip zitten. Er werken hier zo’n veertig vrijwilligers, globaal verdeeld over twee ploegen. De ene groep werkt doordeweeks, de andere juist in het weekend. Zij vormen met elkaar een bont gezelschap.” Hij wijst naar een man wiens min of meer oranje overall grotendeels bedekt is met smeer. „Die werkt vier dagen per week als ict’er bij de ANWB. Op zijn vrije woensdag doet hij niets liever dan sleutelen in de machinekamer, om z’n gedachten te verzetten.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer