Acht Friese gemeenten wachtten dat niet af en besloten deze maand uit zichzelf een nieuwe procedure te beginnen. De gemeente Rotterdam houdt rekening met een kort geding en Schiedam wacht nog op een uitspraak van de rechter. Raymond Hamar van onderzoeksbureau SGBO schat dat ongeveer een op de vijf aanbestedingen leidt tot een kort geding, zei hij vrijdag.Volgens de nieuwe welzijnswet WMO zijn gemeenten vanaf 1 januari 2007 verantwoordelijk voor de inkoop en het aanbieden van de huishoudelijke hulp. Die inkoop moet voldoen aan de officiële Europese aanbestedingsregels.

Maar gemeenten noch thuiszorginstellingen hebben ervaring met de inkoop van huishoudelijke hulp op die manier. Bovendien is een aantal thuiszorginstellingen naïef, legt Hamar vrijdag uit. Sommige aanbieders zijn er te makkelijk van uitgegaan dat zij hun klanten zouden houden.

De deadline van 1 januari is trouwens niet zo hard als hij nu lijkt. Gemeenten moeten dan wel een loket voor hulp aan inwoners hebben geopend, de aanvragen coördineren en goede afspraken met zorgkantoren hebben gemaakt. Maar ze hoeven niet meteen de inkoop te hebben geregeld. Grote steden als Amsterdam en Utrecht zijn bijvoorbeeld nog niet zo ver.

De inkoop van de huishoudelijke zorg door gemeenten hoeft niet altijd tot teleurgestelde zorginstellingen te leiden. Steeds meer gemeenten hebben het zogenoemde Zeeuws model overgenomen. In Zeeland besloten gemeenten zelf een vaste prijs te noemen en aanbieders te laten concurreren op kwaliteit.

Er zijn raamcontracten met zorginstellingen gesloten waarin geen afspraken zijn gemaakt over hoeveelheden zorg die zij mogen leveren. De inwoners kiezen zelf hun zorginstellingen en er wordt achteraf afgerekend. Zo kunnen de inwoners van Middelburg nu uit twaalf verschillende thuiszorgleveranciers kiezen. De instellingen krijgen 14,50 per uur voor huishoudelijk schoonmaakwerk en 22 euro per uur voor schoonmaakwerk in combinatie met ondersteuning.