De gemeente Cuijk heeft de opmerkelijke vondst maandagmiddag bekendgemaakt.De schat, die in een aardewerken pot zit, bestaat uit ten minste 200 zilveren Romeinse munten, verpakt in drie leren buidels. Ook zitten er een armband en een vingerring in de pot, die was afgesloten met een omgekeerde halve kruik.

De vondst werd al in juni gedaan bij archeologisch onderzoek van toekomstig wooneiland De Nielt bij Cuijk. Op die plaats zijn al eerder nederzettingen opgegraven uit de periode van de late steentijd tot en met de middeleeuwen. Vooral de Romeinse tijd is goed vertegenwoordigd in de opgravingen. „Lange tijd hebben we aangenomen dat het een gewone urn was, zoals die hier wel vaker worden gevonden”, zegt een woordvoerder van de gemeente Cuijk. „In september merkte men bij het onderzoeksbureau pas dat de inhoud een heel bijzondere was.”

Overigens is er nog maar één munt uit de pot gehaald. De rest volgt, onderdeel voor onderdeel, in het laboratorium. De precieze inhoud van de pot is bekend door het maken van röntgenfoto’s. Volgens de woordvoerder zal het nog zo’n zes maanden duren voordat alle munten zijn schoongemaakt en onderzocht. „Eén munt is eruit gehaald om de urn te kunnen dateren en om met zekerheid te kunnen zeggen dat het geen grap is.”

De eerste onderzochte munt is een zilveren exemplaar uit de tijd van de Romeinse keizer Elagabalus, die regeerde rond 220 na Christus. Rond die tijd is de pot volgens de onderzoekers ook begraven.

„Dat gebeurde met opzet”, aldus de woordvoerder. „Tijdens het vrijleggen van de locatie bleek dat de pot zich precies bevond op een plaats waar de bliksem was ingeslagen. Daar kan een direct verband tussen bestaan. De pot kan bijvoorbeeld begraven zijn als een offer. We weten dat mensen zulke offers vaker brachten op de plaats van een blikseminslag. De goden kun je immers maar beter te vriend houden, was de leidende gedachte.”

Nader onderzoek moet overigens nog uitwijzen of er echt een verband ligt tussen de schat en de locatie. Het is ook mogelijk dat de bewoners van de Romeinse nederzetting bij toeval op deze plaats hun kostbaarheden hebben verstopt, bijvoorbeeld uit angst voor diefstal.

Meestal worden grote muntschatten bij toeval gevonden. De vindplaats wordt daarbij vaak niet onderzocht, waardoor het verhaal erachter vaak vaag blijft. De archeologen hopen dat ze in dit geval een nauwkeurige reconstructie kunnen leveren.