Vissers doen 500 bommeldingen
DEN HAAG (ANP) - Bij de Koninklijke Marine is dinsdag de vijfhonderdste melding van een explosief in de Noordzee binnengekomen sinds het ongeval aan boord van een vissersboot uit Ouddorp op 6 april 2005.
Toen kwamen drie bemanningsleden om het leven, toen een opgeviste bom uit de Tweede Wereldoorlog ontplofte.Volgens een woordvoerder van Defensie is de meldingsbereidheid sinds het ongeval met de vissersboot toegenomen. Voor 2005 kwamen gemiddeld veertig meldingen binnen van vissersvaartuigen of baggerschepen die een oud explosief uit de oorlog aantroffen.
Volgens de woordvoerder betekenen de 500 meldingen niet automatisch dat er ook 500 bommen zijn. In totaal trof het vlootpersoneel na 503 meldingen 381 explosieven aan, waarvan men er 352 zelf ruimde. De andere bommen lagen in de wateren van Groot-Brittannië. De Engelsen ruimen deze bommen dan ook. De mariniers troffen 120 keer niets aan na een melding. Vijf meldingen worden nog onderzocht.
Volgens een ruwe schatting van de Britten uit de jaren vijftig moeten er in de Noordzee zeker 300.000 projectielen uit de Eerste en Tweede Wereldoorlog zijn terechtgekomen. Vissers hebben de plicht opgeviste explosieven te melden bij de kustwacht, die op zijn beurt de marine inschakelt om het projectiel onschadelijk te maken.
In de praktijk worden de bommen meestal teruggegooid, omdat de visser het te riskant vindt dergelijke projectielen op een slingerend schip aan boord te houden.
De Koninklijke Marine beschikt over tien mijnenjagers die 24 uur per dag in touw kunnen zijn om de explosieven uit het water te vissen. De marine werkt voor het bommenruimen samen met de Belgische marine.