Binnenland

„Wangedrag hoort niet bij militair”

BREDA - Ze neemt binnenkort haar plaats in als eerste vrouwelijke hoogleraar militaire ethiek aan de Nederlandse Defensie Academie (NLDA) in Breda. Over wangedrag binnen de krijgsmacht, waaronder seksuele intimidatie, is dr. D. Verweij (51) stellig: „Je moet mensen duidelijk maken dat dit geen gedrag is dat hoort bij een professionele militair.”

3 November 2006 23:31Gewijzigd op 14 November 2020 04:15
VERWEIJ …complexe taak…
VERWEIJ …complexe taak…

Verweij studeerde filosofie aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. Sinds 1998 is ze universitair hoofddocent filosofie en ethiek aan de faculteit militaire wetenschappen van de NLDA. Zij deed onderzoek naar diverse thema’s op het gebied van militaire ethiek. Een van haar meest recente boeken is het ”Praktijkboek Militaire Ethiek”.Recent schetste de commissie-Staal, die onderzoek deed naar wangedrag binnen de krijgsmacht, in haar rapport een onthutsend beeld van ongewenst gedrag in het leger. Pesten wordt er algemeen geaccepteerd. Roddelen is er aan de orde van de dag. Porno bekijken is verboden, maar wordt oogluikend toegestaan. Het onderhouden van een seksuele relatie met een collega gebeurt regelmatig en is geaccepteerd.

Wat is er tegen dergelijke uitwassen te doen?
„De krijgsmacht is tot op zekere hoogte een afspiegeling van de samenleving. Seksuele intimidatie bijvoorbeeld komt overal voor. Maar zeker in overheidsorganisaties moeten dit soort praktijken uitgebannen en voorkomen worden. Soldaten moeten beseffen dat het wangedrag zoals de commissie-Staal dat benoemde, absoluut geen gedrag is dat hoort bij een professionele militair. Het is echter een illusie te veronderstellen dat wangedrag binnen het leger volledig is uit te bannen.”

Hoe ethisch is de Nederlandse krijgsmacht?
„In het vakgebied van de militaire ethiek streven we ernaar militairen bewust maken van wat moreel verantwoord gedrag inhoudt. Dat lukt in een aantal opzichten heel aardig.

Tekenend is ook dat op een congres over militaire ethiek -vorige maand- veel internationale belangstelling en waardering was voor de Engelse vertaling van het ”Praktijkboek Militaire Ethiek”. Daarin staan bijdragen van de diverse krijgsmachtdelen.”

Is er misschien sprake van verval van normen en waarden bij de krijgsmacht?
„Het rapport van de commissie-Staal was onthutsend, maar ik kan niet zeggen dat er een verval is van normen en waarden. Het goede van het rapport is dat het helder misstanden signaleert.

Bovendien maakt het duidelijk dat er binnen de krijgsmacht gewerkt moeten worden aan bepaalde vormen van leiderschap. Als iets duidelijk is geworden, is het wel dat ethiekonderwijs een goede impuls moet krijgen. Aan dat onderwijs werken we al enkele jaren hard, maar het rapport geeft aan dat we daar in ieder geval nog niet mee klaar zijn.”

Nederlandse militairen in Uruzgan helpen mee aan de wederopbouw. Anderzijds doen ze volop mee aan gevechtsacties tegen de taliban. Is het voor jonge, soms onervaren militairen nog mogelijk de juiste ethische keuzes te maken?
„In de eerste plaats moet je als militair heel goed op zo’n tweeledige taak worden voorbereid. Je helpt mee aan de wederopbouw en bent vredestichter. Maar als die wederopbouw bedreigd wordt, moet je daartegen optreden. Dat is een zeer complexe taak. Je moet precies weten wanneer je geweld moet gebruiken en wanneer niet.”

Er kan zich een situatie voordoen dat een militair in het nauw zit.
„Dat kan altijd. Het enige dat je kunt doen is de militairen zo veel mogelijk bagage meegeven, zodat ze moreel verantwoord kunnen handelen.”

Zijn militairen in Uruzgan ethisch gezien voldoende voorbereid?
„Als hoogleraar militaire ethiek zeg ik dat de voorbereidingstijd soms best wat langer zou mogen duren, juist ook om de mensen te vormen op het ethische vlak. Belangrijk vind ik dat militairen al in hun opleidingstraject voldoende ethische vorming meekrijgen. Als ze dan op missie moeten, is een korte opfriscursus al voldoende.”

Hoe gaan de Nederlandse militairen in Uruzgan het doen?
„Het is een illusie om te denken dat je een militair zo kunt voorbereiden dat hij in geval van een moreel dilemma altijd feilloos weet wat hem te doen staat. Er kunnen zich zogeheten tragische dilemma’s voordoen waarin het ook achteraf moeilijk is te zeggen of het een goede of foute keuze was. Er zijn veel nuances tussen zwart en wit, en dat geldt vooral voor de militaire praktijk.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer