Binnenland

„Jonge bootbestuurders levensgevaarlijk”

Zwetend Nederland zoekt deze dagen massaal verkoeling aan het water. Dus is er werk aan de winkel voor strandwachten en reddingsdiensten. Bezorgde vader: „Ik ben sinds een kwartier mijn dochtertje Jacqueline kwijt. Ze heeft een blauw zwembroekje met een wit randje.”

J. Visscher
31 July 2002 12:04Gewijzigd op 13 November 2020 23:43

Met een vaart van 40 kilometer per uur stampt de oranje rubberen speedboot van de Katwijkse Reddingsbrigade over het water. Honderd meter uit de kust geeft Nicole Snijders vol gas. Aan het strand bakken duizenden mensen in de zon. Een gezin in de branding stoeit met een bal. Een kereltje peddelt z’n kano door het water.

Aan boord kraakt onophoudelijk de mobilofoon. „Een melding van de politie. Willen jullie uitkijken naar Martin Jonk, vijf jaar. Hij is sinds vijf uur vermist bij paviljoen De Westerkim. Hij is donkerblond en draagt een donkere zwembroek.”

Belangrijke taak van de Reddingsbrigade is het speuren naar vermiste kinderen. Op een drukke zomerdag noteren de hulpdiensten langs de Katwijkse kust pakweg vijftig vermissingsgevallen. „Ouders verliezen hun kind uit het oog en komen een kwartier later bij ons. Andersom kan ook. We spreken kinderen die hun vader en moeder kwijt zijn”, vertelt Janmarinus Vooys (24), vrijwilliger en bestuurslid van de brigade. Om de strandgasten te attenderen op een vermissing hangt er bij de twee gebouwtjes van de reddingsbrigade en bij de politiepost een vlag met een vraagteken.

Reacties van ’loslopende’ peuters lopen uiteen. „Het ene kind is al urenlang aan het kuieren over het strand en gaat lekker met een autootje bij ons op de post zitten spelen. Het andere kind is z’n ouders vijf minuten kwijt en schreeuwt moord en brand.”

Nagenoeg altijd worden ouders en kind verenigd, maar het kan ook anders. Vooys, in het dagelijks leven leerkracht aan een protestants-christelijke basisschool in Katwijk: „Een jaar of vijf geleden was er een Duits jongetje van acht jaar vermist. We waren met z’n allen druk aan het zoeken, maar konden het kind niet vinden. Aan het eind van de dag spoelde zijn lichaampje aan bij de vuurtoren van Noordwijk. Dat maakte diepe indruk.”

De vrijwilligers in de drie speedboten en twee vletten zien erop toe dat zwemmers geen al te riskante toeren uithalen. Vanuit de posten op het strand houden vrijwilligers met verrekijkers een oogje in het zeil. „De zee kan heel verraderlijk zijn”, weet Vooys. „Soms overschatten mensen zichzelf en houden ze te weinig rekening met sterke stroming door de getijdenwerking. Indien nodig trekken we met de boot een lus van water om de zwemmer. Die weet dan dat hij niet verder moet gaan.”

Soms heeft het water wat weg van wildwest. Roekeloze bestuurders van snelle motorboten kunnen forse overlast veroorzaken. Steeds vaker zitten er jonge bestuurders achter de gashendel, merkt Vooys. „We komen jongetjes van 10 jaar tegen met een snelle motorboot. Die vinden zo’n boot natuurlijk prachtig. Maar ze gedragen zich nogal eens levenslink. Scheuren tussen mensen door alsof het pionnen zijn. Als je als zwemmer wat dieper in zee staat, moet je echt staan te zwaaien. Zo van: Hier sta ik. Anders zien die gastjes je niet en varen ze over je heen.”

In de posten op het strand biedt de Katwijkse Reddings Brigade eerste hulp bij ongelukken. Sommige badgasten lopen een kwallenbeet op. Anderen krijgen een splinter in de voet. „Een paviljoen heeft vaak een houten vloer, daar kun je je been aan bezeren.” Tot de zwaardere categorie ongevallen behoren snijwonden en botbreuken. „Hier bij het strand liggen bijvoorbeeld rotsblokken. Die zijn vaak glad, door de kokkels. Kinderen kunnen dan een flinke valpartij maken.”

Soms baat hulp niet meer. Een jaar of vijf terug meldde een jongen zich bij de post van de reddingsbrigade. Zijn vader kampte met hyperventilatie. Vooys: „We zijn er met onze jeep en de EHBO-spullen meteen naartoe gereden. Rond de man stond een grote groep mensen. Z’n ogen draaiden vreemd, hij had geen kleur op zijn gezicht en reageerde niet op pijnprikkels. Reanimatie in het mulle zand ging moeilijk. Met de brancard hebben we hem naar de post gebracht. In de ambulance naar het ziekenhuis is hij nog gereanimeerd, maar dat mocht niet baten. De man liet een vrouw en kinderen achter. Dan krijg je een brok in je keel.”

Hoogtepunt is voor Vooys de redding van een vermiste surfer, een paar jaar terug. „We zaten ergens een video van een bruiloft te bekijken, toen mijn pieper ging”, vertelt de Katwijker, terwijl de speedboot over een golf stuitert. „De reddingsbrigade moest meteen helpen zoeken naar een man in zee. We hebben de boot op volle kracht in het water gelanceerd en voeren richting Wassenaar. Ineens zagen we een handje boven water uitsteken. Dat was de man. We konden hem binnenboord hijsen. Even later is de man met een helikopter van de marine naar het Bronovoziekenhuis in Den Haag gebracht. Kijk, dan is er sprake van daadkracht, om met Balkenende te spreken.”

Naderhand kreeg de redding een bizarre wending. „De surfer had zich expres in het water laten vallen. Hij wilde zich van het leven beroven. Later was hij blij dat we hem hadden gered. Op de post kregen we gebak bezorgd.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer