Toename abortus onder allochtonen
UTRECHT- Het aantal abortussen bij allochtone vrouwen stijgt. Beter voorlichting moet ongewenste zwangerschap voorkomen. Dat concludeert het kenniscentrum seksualiteit Rutgers Nisso Groep op basis van een analyse van de abortuscijfers van 2005.
Uit de cijfers blijkt dat het aantal abortussen onder tieners weliswaar is gedaald. Tegelijkertijd kiezen tieners bij een zwangerschap echter steeds vaker voor een abortus in plaats van voor het moederschap. Deze trend is met name onder Turkse en Marokkaanse meisjes zichtbaar.Het percentage Turkse meisjes dat bij een ongewenste zwangerschap voor een abortus koos, steeg in 2005 van 44 naar 53 procent. Ook bij Marokkaanse tienervrouwen was sprake van een forse stijging; van 59 naar 67 procent.
Onderzoeker I. Mouthaan van de Rutgers Nisso Groep pleit voor structurele seksuele voorlichting in het eerste opvangonderwijs via asielzoekerscentra en bij inburgeringscursussen ter voorkoming van ongewenste zwangerschappen. Wel benadrukt zij dat 20 procent van de allochtone abortuscliëntes de schriftelijk en de mondeling geboden informatie in het Nederlands onvoldoende begrijpt.
„Een goede informatieoverdracht aan allochtone abortuscliëntes is echter niet alleen een kwestie van taal. Er is ook sprake van cultuurgebonden belemmeringen in de informatieoverdracht, zoals de communicatievaardigheden van de hulpverlener. Deskundigheidsbevordering van de hulpverleners is op dat gebied gewenst. Ook over de inzet van tolken en voorlichters in de eigen taal moeten goede afspraken worden gemaakt.”
In 2005 daalde het aantal abortussen licht tot 32.982. Dit houdt in dat 8,6 op de 1000 vrouwen tussen de 15 en de 45 jaar ervoor koos een ongewenste zwangerschap te beëindigen.
Van de totale groep tienermeisjes koos in 2005 65 procent bij een zwangerschap voor een abortus; 5 procent meer dan in 2001 toen nog 60 procent de zwangerschap liet afbreken. Het percentage zwangere tienermeisjes dat voor het moederschap ging, daalde in die vijf jaar van 40 naar 35 procent.
De VBOK erkent de noodzaak van voorlichting onder allochtone jonge vrouwen. „In onze praktijk zien we een toename van cliënten met een allochtone achtergrond”, zegt woordvoerder G. Lageman. „De dames leven in twee culturen. Enerzijds kan dat leiden tot een seksuele moraal die veel Nederlanders er op na houden. Anderzijds zijn ze vaak niet op de hoogte van voorlichtingsmateriaal over voorbehoedsmiddelen. Dat leidt tot gecompliceerde situaties. Ook kan het voorkomen dat deze vrouwen bang zijn voor eerwraak als ze zwanger zijn. Ze raken in paniek en besluiten tot abortus.”
De VBOK probeert door middel van folders in bijvoorbeeld het Arabisch allochtone vrouwen op de hoogte te brengen van het VBOK-hulpaanbod. Sinds kort zijn ook posters op treinstations meer toegespitst op de allochtone doelgroep. „Het blijkt dat veel van deze vrouwen de weg naar ons onvoldoende weten te vinden. Daar ligt voor ons een taak.”