Kamer akkoord met wijziging enquêtewet
DEN HAAG - De Tweede Kamer is het eens met de algehele herziening van de wet op de parlementaire enquête, zoals die wordt voorgesteld door de Kamerleden De Vries (PvdA), Van de Camp (CDA), Griffith (VVD) en Van der Staaij (SGP).
Het viertal heeft door middel van een initiatiefwet de uit 1850 stammende wet op de parlementaire enquête geheel op de schop genomen.Door de herziening krijgen de leden van een enquêtecommissie de bevoegdheid gebouwen en woningen te betreden om een indruk te krijgen van de problematiek waarover de commissie zich buigt. Een voorbeeld zou kunnen zijn een parlementaire enquête naar illegale wietteelt of naar misstanden bij huisjesmelkers. In dat geval moeten de commissieleden ter plekke polshoogte kunnen nemen, vinden de initiatiefnemers.
In een debat over het initiatief van De Vries en de zijnen toonde de Kamer zich dinsdag kritisch over dit nieuwe recht. De fracties gaan er echter wel mee akkoord, omdat het betreden van woningen alleen „in het uiterste geval” plaats mag vinden en dit niet het recht insluit om bijvoorbeeld kasten of computers te openen. Kern van de wet blijft dat de Tweede Kamer, als hij eenmaal besloten heeft een parlementaire enquête te houden, het recht heeft mensen onder ede te horen om op die manier de waarheid over een bepaalde zaak boven water te krijgen.
ChristenUnie-Kamerlid Slob stelde dinsdag voor in de wet vast te leggen dat een enquêtecommissie en de minister van Justitie onderling moeten afstemmen wanneer een parlementaire enquête parallel loopt met een strafrechtelijk onderzoek naar een bepaalde zaak.
De initiatiefnemers vinden dit niet nodig omdat in het verleden is gebleken dat die afstemming er vanzelf wel komt. Zo maakte minister Korthals van Justitie gedetailleerde afspraken met de bouwfraudecommissie over eventuele samenloop van de enquête met lopende strafzaken.