De winkels in het centrum van Leiden mogen elke zondag open omdat zij in het zogenaamde toeristische gebied staan. Winkels buiten het centrum mogen dat niet. Drie eigenaars van supermarkten vonden dit ongelijke concurrentie wilden ook elke zondag open in plaats van twaalf keer per jaar.Het vorige college steunde hen daarin, maar het huidige college niet. De supermarkteigenaren verzamelden daarom 2200 handtekeningen om zo een referendum aan te vragen.

Coalitiepartijen PvdA, SP, GroenLinks en ChristenUnie bleken dinsdagavond echter tegen het referendum te zijn. Zij zijn bang dat de kleine ondernemers de dupe worden van een eventuele zondagsopenstelling. Om de concurrentie aan te kunnen, zouden zij ook op zondag open moeten en daardoor zeven dagen per week moeten werken.

SP-fractievoorzitter A. Theeuwen bood economiewethouder Van As (ChristenUnie) een petitie aan van 72 winkeliers die fel tegen het referendum zijn. Ook de PvdA en de ChristenUnie namen het op voor de kleine ondernemers. Vierde collegepartij GroenLinks vindt dat het moment van een eventueel referendum erg ongelegen komt. Deze partij wacht liever de landelijke evaluatie van de Winkeltijdenwet af.

D66-fractievoorzitter Van Meenen had geen enkel begrip voor de vier redenen van de collegepartijen om het referendum tegen te houden. Volgens hem zijn de argumenten van de collegepartijen een goede reden om nee te stemmen bij het referendum, maar niet om de volksraadpleging zelf tegen te houden.

Het CDA verwees naar referendumafwijzing over de RijnGouwelijn in 2002. Volgens fractievoorzitter De Haan is dat referendum toen om verkeerde redenen afgewezen. De Haan wil een herhaling voorkomen en stemt daarom in met een referendum. De Haan zei wel dat het CDA nooit in zal stemmen met meer koopzondagen.

De collegepartijen bleven bij hun standpunten om het referendum tegen te houden. Die redenen worden de komende maand getoetst door de Referendumkamer. Het oordeel van dit adviesorgaan bespreekt de raad over twee weken, als het definitieve besluit valt.