Bezorgdheid over Turkse radicalen
DEN HAAG - De Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding, mr. T. H. J. Joustra, maakt zich zorgen over de aanhoudende radicalisering onder vooral jonge moslims in Nederland. Steeds vaker zijn ze van Turkse afkomst.
In de rapportage over de terrorismedreiging in Nederland, die elk kwartaal verschijnt, noemt de nationaal coördinator het „opmerkelijk” dat steeds meer radicale jongeren van Turkse afkomst opduiken in netwerken van radicale moslims die bereid zijn geweld te gebruiken tegen de westerse samenleving.De ministers Hirsch Ballin van Justitie en Remkes van Binnenlandse Zaken hebben maandagmorgen een samenvatting van de kwartaalrapportage naar de Tweede Kamer gestuurd.
In het verleden doken incidenteel Nederlands-Turkse jongeren op in „lokale jihadistische netwerken van vooral Noord-Afrikaans karakter.” Nu gaat het steeds meer om kleine groepen jongeren die als geheel lijken te radicaliseren.
Deze jongeren, aldus de kwartaalrapportage, vereenzelvigen zich in toenemende mate met de islamitische gemeenschap. Deze gemeenschap neemt daarbij de plaats in van de Turkse nationale identiteit. „Frustratie over de positie van moslims in Nederland en woede over de gebeurtenissen in conflictgebieden geven voeding aan het gevoel ’iets’ te moeten ondernemen.”
De Turkse moskeekoepel Milli Görüs Noord Nederland begrijpt niets van die analyse. Voorzitter Hamurcu ziet geen tekenen dat jonge Turkse Nederlanders radicaliseren. „Het slaat nergens op. Wij zijn al jaren bezig om te zorgen dat jongeren niet radicaliseren. Zodra een jongere ander gedrag gaat vertonen, grijpen we in”, stelt Hamurcu.
Nationaal coördinator Joustra constateert naast de groeiende radicalisering onder Nederlands-Turkse jongeren een toename van de rol van vrouwen als aanjager van religieuze radicalisering.
Verder wijst hij op het toenemende aantal Nederlandse studenten dat in het Midden-Oosten, vooral in Saudi-Arabië, een religieuze studie volgt.
De kans op een terroristische aanslag in Nederland is en blijft reëel. Het lijkt er volgens Joustra wel op dat de dreiging in de afgelopen maanden wat is afgenomen. Zo ging er geen concrete dreiging uit van de bekende terreurnetwerken, komen er nauwelijks gewelddadige radicale moslims vanuit Irak naar Europa en is er momenteel geen opvallende interesse vanuit internationale terreurnetwerken voor Nederland. De weerstand van de moslimgemeenschap in Nederland tegen radicalisering neemt bovendien verder toe.
Desondanks zijn er elementen die het dreigingsbeeld verzwaren, zoals de aanzienlijke en vaak onvoorspelbare dreiging tegen andere Europese landen, trans-Atlantische bondgenootschappen en het westen.