Dat stelt de Algemene Rekenkamer in een vanmorgen gepresenteerd rapport.De rapportages die de minister van Defensie maandelijks ontvangt over de inzetbaarheid van militairen zijn niet altijd juist, actueel en volledig, meldt de Rekenkamer. Personeelsleden die nog in opleiding zijn, worden bijvoorbeeld onterecht meegeteld als inzetbaar personeel.

Daarnaast is informatie over schietvaardigheid en lichamelijke conditie van het personeel niet te achterhalen.

Sommige eenheden geven een gereedmelding over het materieel alleen als het direct volledig inzetbaar is, terwijl andere eenheden al een gereedmelding geven als het materieel binnen veertien dagen beschikbaar komt. Ook bij het bepalen van de geoefendheid zijn er grote verschillen tussen eenheden, constateert de Rekenkamer.

Het is juist van groot belang dat de minister wél beschikt over volledige en betrouwbare informatie over de inzetbaarheid van eenheden, vindt de Rekenkamer. Op basis daarvan kan de eenheid immers worden ingezet tijdens een missie. Als de informatie niet deugt, kan de veiligheid van militairen en het slagen van de operatie in gevaar komen. „Zo zou tijdens een missie kunnen blijken dat de militairen onvoldoende getraind zijn om de taken waarvoor ze zijn uitgezonden goed uit te voeren, met alle risico’s van dien.”

Een 20-jarige militair weigerde begin dit jaar nog deel te nemen aan de Nederlandse missie in Afghanistan omdat de Nederlandse troepen volgens hem onvoldoende getraind en toegerust zouden zijn.

De Algemene Rekenkamer beveelt minister Kamp van Defensie aan om de informatiesystemen op orde te brengen en te standaardiseren. Kamp onderschrijft die aanbeveling en zegt dat zijn departement daar al volop mee bezig is.

De minister stelt verder in zijn reactie dat hij ook andere bronnen dan de maandrapportages gebruikt om zich op de hoogte te houden van de status van de eenheden.