Premier: Bedreiging om genocide zorglijk
DEN HAAG - Premier Balkenende vindt het „zeer zorgwekkend” dat mensen in en buiten Turkije worden bedreigd of vervolgd als ze de Armeense genocide erkennen.
Hij zei dat dinsdag in het debat over de staat van de Europese Unie tegen VVD-Kamerlid Van Baalen. Die vindt dat de Nederlandse regering van Turkije moet eisen dat (Nederlandse) Turken die zich uitspreken over de volkerenmoord vrijuit gaan. „Als dat niet gebeurt, zien wij de onderhandelingen met Turkije de komende tien, vijftien jaar somber in.”De minister-president zei tegen ChristenUnie-fractievoorzitter Rouvoet dat hij diens motie nog steeds uitvoert. Die motie uit december 2004 roept de regering op om in gesprekken met Turkije „voortdurend en nadrukkelijk de erkenning van de Armeense genocide aan de orde te stellen.” Turkije moet „eerlijk zijn over zijn verleden en daarmee in het reine komen”, stelde Balkenende.
De toetredingsonderhandelingen met Turkije zijn een „schoolvoorbeeld” van hoe het niet moet, aldus SGP’er Van der Staaij. Zijn collega Rouvoet vroeg zich af hoe het mogelijk is dat het land de onderhandelingen met de EU steeds naar zijn hand kan zetten. De Kamer vindt dat de gesprekken moeten stoppen als Turkije geen Cypriotische schepen en vliegtuigen toelaat. Minister Bot van Buitenlandse Zaken zit ook op die lijn.
De bewindsman zei dinsdag dat landen die lid willen worden van de EU, voortaan eerst aan alle criteria moeten voldoen. Pas daarna kan een datum worden geprikt voor daadwerkelijke toetreding. „Tijdstippen moeten niet centraal staan, maar kwaliteit en duurzaamheid”, aldus Bot. Op die manier houden burgers volgens hem vertrouwen in de uitbreiding van de EU.
De Kamer hekelde het stilzwijgen van de regering over de Europese grondwet. ChristenUnie/SGP-Europarlementariër Blokland betoogde dat de EU voor een nieuw verdrag terug moet naar de onderhandelingstafel.