Binnenland

Nog altijd noodhulp, geen wederopbouw

UTRECHT - Ondanks de inzet van hulporganisaties is hun werk in India en Pakistan na de aardbevingen blijven steken in de fase van de noodhulp. De wederopbouw verloopt met name in Pakistan traag, zo blijkt uit een rapport van de Samenwerkende Hulporganisaties (SHO) een jaar na de ramp.

Binnenlandredactie
6 October 2006 22:49Gewijzigd op 14 November 2020 04:10

Ruim 40 miljoen euro van de bevolking en nog eens 2 miljoen van de minister van Ontwikkelingssamenwerking. Die bedragen stroomden binnen in het kader van de Nationale Actie, na de aardbeving in Pakistan en India op 8 oktober vorig jaar. Van die hoeveelheid geld resteert op dit moment nog zo’n 11 miljoen euro. Niet zonder reden hielden de bij de Samenwerkende Hulporganisaties aangesloten instanties dat bedrag tot dusver in kas.Uit een vrijdag verschenen tussenrapportage, ”Pakistan en India - 1 jaar na de aardbeving”, blijkt namelijk dat het werk van de hulporganisaties grotendeels in de fase van de noodhulp is blijven steken. Medische hulp is verstrekt, noodwoningen zijn opgeleverd, maar de fase van de wederopbouw moet nog aanbreken, is de strekking van het rapport. Of die wederopbouw op korte termijn te verwachten valt, is nog onzeker. „De bevolking wordt ook voorbereid op eventuele nieuwe calamiteiten in de winter”, zegt SHO-woordvoerder W. Brouwer. „Als die zich gaan voordoen, komen we opnieuw in de fase van noodhulp terecht.”

Overigens is met de noodhulp heel wat bereikt. Om wat te noemen: 360.000 mensen beschikken inmiddels weer over drinkwater en sanitaire voorzieningen. Zo’n 180.000 mensen ontvingen medische hulp en voor 350.000 getroffenen waren er noodhulpgoederen als dekens, kachels en keukensets. Ruim 500 noodscholen rezen uit de grond, waar ruim 30.000 kinderen gebruik van maakten. Tenten en materialen voor noodwoningen zijn voor 43.500 families gerealiseerd.

„Belangrijk”, zegt Brouwer, „want daarmee kon worden voorzien in de nood van een deel van de ruim 3 miljoen daklozen.” Toch stellen met name de resultaten op het terrein van de huisvesting teleur. Na de tsunami waren er wereldwijd te weinig wintertenten op voorraad. De nog resterende voorraad was te gering om aan de enorme vraag te kunnen voldoen. Bovendien was met het transport ervan veel te veel tijd gemoeid.

De geringe voorraad bracht een aantal organisaties ertoe om dan maar zomertenten te sturen. Dat die ’s winters ongeschikt waren, was wel bekend, maar de gedachte was: beter iets dan niets.

„Wat ons ook parten speelt, is dat de Pakistaanse overheid het hele huisvestingstraject naar zichzelf heeft toegetrokken”, zegt Brouwer. „Andere organisaties komen er niet aan te pas. Dat laatste moet in de toekomst wel gebeuren. Ook dat kost geld en daarom is het goed dat er nog wat is.”

Ligt in Pakistan de overheid dwars, in India zagen hulpverleners zich soms geconfronteerd met een weinig coöperatieve houding van het leger. Brouwer: „Militairen spelen bij de distributie van goederen een grote rol. Die samenwerking verliep soms moeilijk, met name waar het ging om de toegang tot het gebied.”

De christelijke hulporganisatie Red een Kind, die niet is aangesloten bij de SHO, voerde voor bijna 1,5 miljoen euro projecten uit in de regio Kasjmir. Van dat bedrag werden onder andere 400 nieuwe huizen gebouwd in de dorpen Dachi en Nowpura, vlak bij de Pakistaanse grens. Directeur Paul Arasu van Red een Kind India verklaart die prestatie mede door te wijzen op de „vruchtbare coalitie” van plaatselijke kerken, dorpsoudsten, moslimbewoners en het leger. „Cynici zullen wel zeggen dat wat we deden slechts een druppel was op een gloeiende plaat. Maar je zult maar in die druppel zitten.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer