De vereniging heeft woensdag in een brief aan het college en de raad van Utrecht haar ongenoegen geuit over de zondagsopenstelling van een aantal winkels in de stad.„Dat het open zijn van deze winkels al enkele jaren oogluikend werd toegestaan is op zich al een omstreden feit”, staat in de brief te lezen. „Ondanks een referendum wat vorig jaar oktober werd gehouden en waarbij het merendeel van de inwoners van Utrecht zich tegen uitbreiding van het aantal koopzondagen uitsprak, betreuren wij het ten zeerste dat de uitbreiding toch doorgang zal vinden.”

De briefschrijvers willen het Utrechtse gemeentebestuur erop wijzen „dat de God van hemel en aarde in zijn scheppingsordinantie een dag gesteld heeft waarop wij zouden rusten van al onze arbeid. Met droefheid moet helaas worden geconstateerd dat de zondag meer en meer het karakter van een ’gewone’ dag gaat krijgen.”

De wekelijkse zondagse openstelling van de winkels in het Museumkwartier werd al enkele jaren oogluikend toegestaan. Naar aanleiding van een referendum in oktober, waarin 63 procent van de Utrechters zich uitsprak tegen uitbreiding van het aantal koopzondagen, stelde het college van B en W deze zomer voor het Museumkwartier niet langer de mogelijkheid tot openstelling te bieden.

Wethouder Spit vond openstelling van de winkels in strijd met de uitslag van het referendum. De gemeenteraad eiste echter dat zij toch ontheffing aan zeven winkeliers zou geven, omdat daarmee het toerisme in de stad zou zijn gediend.

Binnenkort komt de Winkeltijdenwet weer aan de orde in de gemeenteraad.

De ChristenUnie, met twee zetels in de Utrechtse gemeenteraad vertegenwoordigd, ondertekende de brief niet. De partij gaf aan „principieel tegen zondagsopenstelling” te zijn.

CU-raadslid Rietkerk had vanochtend de brief van de Vereniging tot bevordering van de Zondagsrust en Zondagsheiliging nog niet gezien. „Op voorhand kan ik zeggen dat wij als fractie erg blij zijn met elk steuntje in de rug.”