Nieuwe status voor deel Antillen
WILLEMSTAD (ANP) - De drie kleinste eilanden van de Nederlandse Antillen, Bonaire, Sint Eustatius en Saba, krijgen een nieuwe positie binnen het koninkrijk.
Dat zei minister van Koninkrijksrelaties en Bestuurlijke Vernieuwing Nicolaï woensdagmiddag (lokale tijd) op Curaçao. „De eilanden krijgen een positie die vergelijkbaar is met een gemeente”, zei Nicolaï.Hij heeft de afgelopen dagen met vertegenwoordigers van de drie kleine eilanden gesproken op Bonaire. Volgens de minister zijn de gesprekken in een constructieve sfeer verlopen.
Op 10 en 11 oktober vindt er in Nederland een miniconferentie plaats met vertegenwoordigers van Bonaire, Sint Eustatius en Saba. „Als we op dezelfde manier doorgaan is de kans groot dat we dan tot een akkoord komen voor een directere band met Nederland”, aldus de minister.
Nieuwe staatkundige verhoudingen kunnen echter pas officieel worden als Nicolaï ook een akkoord weet te sluiten met de besturen van Curaçao en Sint Maarten en de regering van de Nederlandse Antillen. Hiervoor gaat de minister in de derde week van oktober weer naar de Antillen.
De Nederlandse Antillen en de afzonderlijke eilanden hebben in november met Nederland een akkoord bereikt over nieuwe staatkundige verhoudingen binnen het koninkrijk. De drie kleinste eilanden willen een nauwere band met Nederland. Curaçao en Sint Maarten willen een autonome positie die vergelijkbaar is met Aruba.
Nicolaï toonde zich verheugd dat hij met Bonaire, Sint Eustatius en Saba al vergevorderd is. „Laat het akkoord met de kleinste eilanden een signaal naar Curaçao en Sint Maarten zijn dat met deze minister afspraken zijn te maken.”
De bewindsman gaf aan dat de precieze omschrijving van de bevoegdheden voor de eilanden nog nader ingevuld moet worden. „Veel wetten die in Nederland van toepassing zijn, zullen ook voor de kleine eilanden gaan gelden. Maar niet allemaal. Voor de uitkeringen geldt in ieder geval dat die niet op dezelfde hoogte als in Nederland zullen worden gesteld. Al is het maar om een aanzuigende werking daarvan te voorkomen.”