Binnenland

Honderden hartpatiënten naar België

Vijf Belgische ziekenhuizen in de grensstreek vangen de komende weken en maanden honderden Nederlandse hartpatiënten op die een operatie moeten ondergaan. Sommige patiënten wachten in eigen land al maanden tevergeefs op een ingreep.

W. van Hengel
29 July 2002 10:36Gewijzigd op 13 November 2020 23:43

Dat meldt voorzitter J. van Overveld van de Stichting Nederlandse Hartpatiënten (SNH) in Roermond. Momenteel wachten ruim 1250 hartpatiënten al langer dan twee maanden op een noodzakelijke bypassoperatie van de kransslagaders. Van Overveld: „De kortste wachttijd is momenteel in Breda: drie maanden. De langste periode is ruim acht maanden, in Groningen.”

Het Belgische hartchirurgische centrum dat de Nederlandse hartpatiënten opvangt, is het Onze Lieve Vrouwe Ziekenhuis (OLV) in Aalst. Het ziekenhuis heeft volgens Van Overveld een uitstekende reputatie. „Wij hebben met een team Nederlandse specialisten de kwaliteit van de zorg beoordeeld en die is uitstekend.”

Tot medio 2003 kan het centrum zeker 300 Nederlanders behandelen. Mocht het aanbod van Nederlandse patiënten te hoog worden, dan kan het ziekenhuis terugvallen op operatiecapaciteit in het ziekenhuis Oost-Limburg in Genk, dat nog eens ruimte heeft voor 200 operaties. Indien nodig zijn er nog drie Vlaamse centra beschikbaar om Nederlandse hartpatiënten op te vangen.

Het gaat volgens Van Overveld veelal om thuiszittende hartpatiënten die baat hebben bij de Belgische route. „De urgente en semi-urgente gevallen komen ook in Nederland binnen 24 uur respectievelijk een week aan bod. Het probleem is echter dat zich steeds meer patiënten uit deze categorie aandienen, waardoor de thuiszitters steeds langer moeten wachten.”

Volgens Van Overveld is er in ons land geen enkel hartchirurgisch centrum meer te vinden dat binnen een maand een operatie realiseert bij een patiënt zonder spoedindicatie. De SNH-voorzitter weet dat steeds meer Nederlandse hartpatiënten of hun zorgverzekeraars zelf op zoek gaan naar behandelingsmogelijkheden in het buitenland.

„Ze zoeken op internet en vinden dan ziekenhuizen waar patiënten direct terechtkunnen. Je kunt echter je twijfels hebben over ziekenhuizen die à la minute hulp kunnen bieden. Vaak kun je dan vraagtekens zetten bij de kwaliteit van de medische zorg, met de daaraan verbonden extra risico’s. Ik ben in Zwitserland -dat zou je daar niet verwachten- in een ziekenhuis geweest waar ik zelfs m’n hond nog niet zou willen laten opereren. Bovendien geldt ook altijd: de minste risico’s loop je in centra waar ze de meeste ervaring hebben met bepaalde ingrepen.”

Van Overveld meldt dat in Nederland inmiddels diverse bureaus actief zijn bij wat hij noemt „het ronselen van patiënten.” „Ook buitenlandse artsen bieden hun diensten aan. De kwaliteit in de instellingen waar zij werken, kunnen wij echter niet garanderen. En ook voor zorgverzekeraars is dat moeilijk te beoordelen.”

Het voordeel van behandeling in de Belgische ziekenhuizen is naast de goede zorg volgens Van Overveld de relatief korte afstand tot de ziekenhuizen en de afwezigheid van een taalbarrière.

In het kader van de Europese eenwording zijn verzekeraars tegenwoordig verplicht de zorg in het buitenland te vergoeden. De tijden dat zij een ontmoedigingsbeleid voerden, zijn volgens Van Overveld voorbij. „Sterker nog, verzekeraars stimuleren snelle hulp in het buitenland. Volgens de wet moeten zij in het kader van hun zorgplicht een oplossing zoeken voor patiënten die lang op een wachtlijst staan.”

Patiënten die overwegen zich in België te laten opereren, kunnen contact opnemen met de Stichting Nederlandse Hartpatiënten in Roermond. „Wij hebben een vaste ingang in Aalst en weten precies wat er nodig is om daar een ingreep te kunnen ondergaan. Zo moeten de verzekeraar en de eigen hartspecialist toestemming geven. Dit geeft echter nooit problemen.”

De SNH probeert op deze manier het ’harttoerisme’ in Europa enigszins te stroomlijnen. „Ik weet dat er ook Nederlandse patiënten geopereerd worden in Duitsland, Italië en Portugal. De afstanden zijn dan groot. Overdag is er doorgaans wel Nederlandssprekend personeel beschikbaar, maar als een patiënt in de nachtelijke uren angstig is of in paniek raakt, wat soms gebeurt na een hartoperatie, is het maar de vraag of er Nederlandssprekende hulp aanwezig is. En in het Italiaans of Portugees is het moeilijk praten.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer