Inspectie: Fries op school moet beter
LEEUWARDEN - De kwaliteit van het vak Fries in het onderwijs moet beter. Scholen geven het vak vooral omdat het moet. Niet omdat leerlingen met tweetalig onderwijs beter af zijn.
Dat blijkt uit het vrijdagmorgen in Leeuwarden gepresenteerde onderzoek ”Fries op school” van de Inspectie van het Onderwijs.Van de basisscholen in Friesland geeft 94 procent Fries. In het voortgezet onderwijs is dit 77 procent. Friese basisscholen zijn sinds 1974 verplicht Fries te geven, maar kunnen vrijstelling krijgen. Dat gebeurt onder meer op de Waddeneilanden, omdat daar minder Fries wordt gesproken. In het voortgezet onderwijs werd het vak in 1993 een verplicht onderdeel van de basisvorming.
Steeds minder Friese leerlingen willen les in het Fries. Op de basisschool zegt 40 procent Fries minder leuk te vinden dan andere vakken, in het voortgezet onderwijs vindt de helft van de leerlingen les in hun eigen taal niet belangrijk. Ze hechten meer waarde aan Nederlands en Engels.
Op de basisscholen ontbreekt vaak een doorgaande lijn in de Friese leerstof. Het aantal uren Fries varieert sterk per school. Tussen basisscholen en scholen voor voortgezet onderwijs is weinig overdracht met betrekking tot het Fries.
Ongeveer twee derde van de leraren die Fries geven, heeft een bevoegdheid voor het vak. Dit aantal is gestegen ten opzichte van een eerdere meting in 1999. De leraren zijn doorgaans voldoende deskundig om het vak te geven. Ze gaan echter vaak niet goed om met verschillen tussen Friestalige en niet-Friestalige leerlingen. Over vier jaar doet de inspectie opnieuw onderzoek.
Leerlingen op Friese basisscholen beheersen de Nederlandse taal slechter dan het landelijk gemiddelde. Slechts zeven Friese scholen die strikt tweetalig onderwijs geven, scoren op het landelijk gemiddelde. Het gebruik van het Fries en het Nederlands loopt op de meeste basisscholen ongestructureerd door elkaar. Dat stelde eerder deze week de Fryske Akademy, onderdeel van de Koninklijke Akademie van Wetenschappen.