De prinsen Maurits, Bernhard jr, Pieter–Christiaan en Floris hadden sinds 2004 een parkeervergunning voor hulpverleners die zij om redenen van veiligheid en privacy kregen. Door snel overal in Amsterdam te kunnen parkeren, bleef het aantal handelingen op straat beperkt. Door de invoering van het ’belparkeren’ per 1 mei, waarbij automobilisten parkeergeld kunnen betalen via hun mobiele telefoon, is deze speciale vergunning volgens de gemeente niet meer nodig.De zonen en schoondochters van prinses Margriet en Pieter van Vollenhoven hoeven met het belparkeren niet meer over straat te lopen naar een parkeerautomaat. „Dit biedt de prinsen en hun echtgenotes, in combinatie met een reguliere bewonersvergunning, dezelfde bescherming van hun privacy en veiligheid als de hulpverlenersvergunning", schrijft Gehrels.

De prinsen mogen wel in de avond en de nacht gebruik blijven maken van een parkeergarage van de Dienst Werk en Inkomen (de vroegere Sociale Dienst). Hierover zijn vijf jaar geleden mondelinge afspraken gemaakt tussen de gemeentelijke instelling en de Dienst Koninklijke en Diplomatieke Beveiliging. „Die garage wordt op deze tijdstippen niet gebruikt door medewerkers", aldus Gehrels. „Ons college ziet geen reden deze voorziening te beëindigen".

De parkeerkwestie was aangekaart door de VVD en D66 in Amsterdam. Die vonden het te ver gaan dat de betrokken leden van het Koninklijk Huis zo maar overal in de stad mochten parkeren. De vergunningverlening stak de partijen des te meer omdat hulpverleners als artsen en verloskundigen maar met moeite aan zo’n ontheffing kunnen komen en aan allerlei strikte voorwaarden moeten voldoen.