VVD’er Winsemius bleef betrokken bij milieubeleid
DEN HAAG - Pieter Winsemius verdween twintig jaar geleden uit politiek Den Haag, maar zijn betrokkenheid bij het milieu bleef. Een aardige confrontatie ligt in het verschiet.
In Den Haag klapperden velen met hun oren toen ze in 1982 vernamen dat de VVD in het eerste kabinet-Lubbers de minister van Milieubeheer ging leveren. Dat paste toch niet bij een liberaal om zich druk te maken om de leefomgeving? Maar minister Winsemius wist de critici de mond te snoeren door zijn betrokken en gedegen manier van werken.Dat hij milieubeleid zijn hart had, bleek uit de manier waarop hij na Lubbers I zijn vrije tijd invulde. Overdag werkte hij bij adviesbureau McKinsey en in de overige uren fungeerde hij op gepassioneerde wijze tien jaar lang als voorzitter van de Vereniging tot behoud van Natuurmonumenten.
De 64-jarige Winsemius heeft twee bijzondere hobby’s. De nieuwe minister is een fervent hardloper. Samen met zijn zoon heeft hij verschillende marathons gelopen. In tegenstelling tot velen ziet Winsemius hardlopen niet als een individuele sport maar als een sociale: „Je spreekt zo nog eens iemand.”
Verder schreef de nieuwe minister twee boeken over leiderschap. Een daarvan heette ”Je gaat het pas zien als je het door hebt”. Het is geïnspireerd op de filosofie van de voetballer en trainer Johan Cruyff. Het boek was een kaskraker: 135.000 exemplaren gingen over de toonbank.
Winsemius is nu lid van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid en bijzonder hoogleraar management van duurzame ontwikkeling aan de Universiteit van Tilburg.
Met enige regelmaat bekritiseerde de VVD’er het milieubeleid van de verschillende kabinetten. In 2002 haalde hij stevig uit naar de resultaten van de kabinetten-Kok op milieugebied. In het voorjaar van 2005 hekelde hij het uitgangspunt van het milieubeleid van Balkenende I. In het regeerakkoord is afgesproken dat Nederland „in de pas moet lopen met het buitenland.” Winsemius noemde dat „onzinnig.” De uitstoot van broeikasgassen is zo ernstig dat Nederland voorop moet lopen, zo oordeelde Winsemius. Dat kan een leuke discussie opleveren in het kabinet.