„Wij wonen in een putje”
ROTTERDAM - „Als ik ergens nog eens een veegwagen van de reinigingsdienst zie gaat hij meteen op de foto. Dat ding schijnt regelmatig in de wijk gesignaleerd te worden, maar in mijn straat, het Dirkslandhof in Pendrecht, komt hij niet. Overal in de wijk zijn de straten 45 centimeter opgehoogd, maar het Dirkslandhof zijn ze vergeten. Wij wonen in een putje.”
Tientallen bewoners van evenzovele straten in Rotterdam sloegen drie jaar geleden de handen ineen. Ze wilden hun straat weer leefbaar maken. In het Woonhotel aan de Mijnsherenlaan in Rotterdam-Zuid wisselden ze woensdag hun successen en teleurstellingen uit.”Mensen maken de Stad” heet het project dat al in 2003 startte en dat door het nieuwe college tot een van de speerpunten van het zogeheten 100 dagenprogramma is verheven. De facelift die de straten moesten ondergaan vormen een onderdeel van het programma sociale integratie. De wethouders Kaya van Participatie en Cultuur en Kriens van Volksgezondheid, Welzijn en Maatschappelijke Opvang kwamen het succes van het project woensdag met de bewoners delen.
Wat is er gebeurd, wat moet er nog gebeuren en waar droom je van? Dat waren de vragen aan de Rotterdamse burgers. Sommigen lieten hun dromen de vrije loop. „Ik moet weer in het donker over straat kunnen, ik moet me weer thuis voelen in de eigen wijk en het gevoel hebben dat ik besta”, riep de een. „Het moet ophouden dat ik me bij ieder loket weer moet verkopen. Ik zou met een grote bezem alle misselijkmakende vooroordelen zo het putje willen inschuiven”, gromt een ander. Iemand anders ventileert zijn gram omdat bij hem altijd eieren tegen de ramen worden gegooid. Duidelijk is dat het straatproject voor deze mensen nog geen doorslaand succes is.
„We moeten het ook met elkaar doen. Er moeten verbindingen gelegd worden tussen mensen en organisaties zoals woningcorporaties”, probeert wethouder Kriens. Haar collega Kaya doet er nog een schepje bovenop. „Dat ”met elkaar doen” moet ook beter verankerd worden in de deelgemeenten. ”Mensen maken de Stad” moet verbreed en verdiept worden”, zegt hij en stelt daar 2,5 miljoen euro extra voor beschikbaar.
„Man, laat me niet lachen om die deelgemeente”, briest een boze bewoner. „Ik dien een klacht in bij mijn deelgemeente over de verzakking van onze straat. Vervolgens krijg ik keurig bericht dat het verholpen is maar er is helemaal niets aan gedaan.” „Waarom komen ze bij ons de stoep niet vegen? Bij het stadhuis doen ze ’t wel.”
Maak de straat weer leefbaar, luidt het devies van ”Mensen maken de stad”. Niet minder dan 250 straten moeten eind dit jaar dat keurmerk verdienen. Bewoners houden hun straat netjes en schoon, zo is er ook veel positiefs aan de wethouders te melden. De bewoners hebben graffiti en onkruid verwijderd, hebben bloembakken geplaatst en onderhouden geveltuintjes. Ze spreken elkaar aan op asociaal gedrag. Ze maken na tien uur ’s avonds geen herrie. Ze letten op buiten spelende kinderen. Ze lossen meningsverschillen op door met elkaar te praten in plaats van elkaar uit te schelden.
Ze houden ook de ouderen in de straat in de gaten en doen boodschappen voor ze als ze ziek zijn. Ervaring genoeg van mensen die de stad maken. Wethouder Kaya wil die opgebouwde kennis en expertise van het project benutten in een op te richten Opzoomeracademie.
Voorzitter R. A. van Kalken van Ruvila, de samentrekking van het pleintje rond de Hoogvlietse straten Ruitwagen, Viskaarweg en Laafnet, is wel tevreden. Drie jaar geleden heeft hij de buurtbewoners opgetrommeld en zijn ze begonnen met het opzoomeren van de straten. „Het is nu schoon en veilig. Voor de 150 euro die we ervoor krijgen kunnen we leuke dingen doen.”