Flevoland niet klaar voor één Randstad
LELYSTAD - Provinciale Staten van Flevoland willen nog geen uitspraak doen over de vorming van één Randstadprovincie.
Eerst moet er „een deugdelijke analyse van de problemen in de Randstad” komen. Daarna pas kunnen er uitspraken worden gedaan over structuurveranderingen. Dit blijkt uit een statenbreed aanvaarde motie, ingediend door de SGP-fractie.Al enige tijd wordt er in de provincies Zuid- en Noord-Holland en Utrecht gediscussieerd over de toekomst van de Randstad. Donderdagavond namen de staten van Flevoland als laatste Randstadprovincie een standpunt in.
De VVD pleitte voor een sterk middenbestuur om de problemen in de Randstad het hoofd te kunnen bieden. „Het zwaartepunt ligt wat onze fractie betreft bij samenwerking binnen het Noordvleugelverband (Flevoland, Noord-Holland en Utrecht)”, aldus C. Maenhout. Hij diende een motie in „om als staten van Flevoland, samen met de staten van Noord- en Zuid-Holland en Utrecht, te gaan verkennen op welke wijze deze samenwerking kan worden geïntensiveerd.”
J. van Wieren (CDA) benadrukte dat „een gebrek aan daadkracht, trage besluitvorming en besluiteloosheid van de kant van de overheid op dit moment belemmerend werkt voor de vereiste maatschappelijke dynamiek en economische groei in de Randstad.” Als voorbeelden noemde even later C. Goossens (PvdA) de ontwikkeling van de infrastructuur, de mobiliteit en de sociaaleconomische opgaven.
ChristenUnie en SGP vonden dat niet alleen „naar de Noordvleugel van de Randstad moet worden gekeken maar ook naar de provincies ten oosten en ten noorden van Flevoland.” R. Siepel (CU): „Ook daar liggen kansen voor Flevoland.” Hij pleitte voor een ondeelbaar Flevoland en drong aan op een bredere samenwerking, „ook met andere dan de Randstadprovincies.”
Juist die samenwerking met de andere provincies miste M. Bogerd (SGP) in de motie van de VVD. „Maar ook mis ik dat in de komende overlegronde de discussie vooral moet gaan om de inhoud en niet om de structuur.” Na schorsing trok de VVD de ingediende motie in en legde de SGP een nieuwe motie op tafel. Deze motie werd statenbreed aanvaard.
„De essentie van de motie is”, volgens Bogerd, „dat de maatschappelijke vraagstukken in de Randstad adequaat moeten worden aangepakt. Ook Provinciale Staten van de vier Randstadprovincies moeten daarin, gezamenlijk, een belangrijke rol vervullen.”