„Ik wacht al bijna tien jaar op zekerheid”
GRAVE - Een saai aandoende en ommuurde voormalige kazerne in Grave, onder Nijmegen. Al jarenlang is er een asielzoekerscentrum gevestigd. Minister Verdonk bracht donderdag een bezoek aan het dorp, omdat Grave niet langer kan opdraaien voor de kosten van de opvang.
Het azc stelt de gemeente Grave voor problemen. Begin dit jaar trok Grave 50.000 euro uit voor achttien asielzoekers die op straat zijn gezet, maar om medische redenen toch nog legaal in ons land zijn. Zij verblijven bij stichting Inlia in Groningen, maar Grave draait voor de kosten op. En dat kan de gemeente niet aan. Verdonk deed in het centrum een kleine toezegging. Ze beloofde dat samen met de gemeente wordt gekeken naar de dossiers van de asielzoekers en dat vervolgens naar een oplossing wordt gezocht.Zo rond twee uur arriveren twee donkergekleurde BMW’s en enkele andere auto’s de straat bij het asielzoekerscentrum. Ze rijden het terrein op, nagekeken door enkele mensen. De pers is niet gewenst.
Hamidi (35) uit Afghanistan, die al bijna tien jaar op een verblijfsvergunning wacht, vindt Verdonk „niet de beste minister. Ik wacht al die jaren al op zekerheid. De regering moet duidelijkheid geven.” Samen met ongeveer 600 anderen verblijft hij in het azc in Grave. Hamidi’s ouders, die ook in Nederland wonen, hebben een paspoort. Hijzelf niet. Het wachten is hij allang zat. „Er is hier niets te doen. Bovendien krijgen volwassenen maar 43 euro per week. Kinderen krijgen 13 euro. Dat is te weinig.” De gemeente Grave heeft echter geen geld. „Dan moet de provincie maar betalen.”
Een vriend van hem, een 31-jarige landgenoot, stemt met hem in. Beiden hebben ongeveer dezelfde achtergrond. „Ik ben zelf moslim en kom uit Afghanistan”, aldus de 31-jarige. „Mijn vrouw is christelijk en komt uit Rusland. We kunnen naar geen van beide landen terug.” Beiden hebben kinderen die op de basisschool zitten. Hamidi: „Ik heb juist mijn kinderen naar school gebracht. Verder doe ik wat vrijwilligerswerk. Meer heb ik niet te doen.”
Een ander, die door een vriend wordt vertaald, noemt het azc „net een gevangenis. Er zijn lange gangen met aan beide kanten kamers. De muren zijn erg dun. Je hoort precies wat mensen in de andere kamer zeggen. Bovendien ben ik al zeven jaar niet op vakantie geweest.”
Bij de ingang van het asielzoekerscentrum staan enkele demonstranten van de Socialistische Partij. Ze hebben spandoeken bij zich met de leuzen ”Grave gastvrij” en ”Rita, een Graafs pardon”. Een van de actievoerders is fractievoorzitter Frank Stoffer van de plaatselijke SP. „We moeten opkomen voor de rechten van deze mensen. Maar Grave kan dit niet alleen dragen. We hebben daarom steun nodig van het Rijk.” Even later rijden enkele asielzoekers met hun eigen auto het terrein op. Op de vraag hoe ze dat dan kunnen betalen, zegt Stoffer dat niet te weten.
Na ongeveer een halfuur verlaat de auto van de minister het terrein. De socialisten houden hun spandoeken omhoog. De minister steekt bij wijze van groet vriendelijk haar hand naar hen op.
Onder de omwonenden zijn de meningen over de aanwezigheid van de asielzoekers in hun dorp verdeeld. Rob Brouwer, die pal tegenover de ingang van het azc woont: „Ik heb nooit last van hen. Vroeger, toen mijn vrouw met haar ouders op deze plek woonde, zaten hier militairen. Die veroorzaakten veel meer overlast.” Brouwer heeft gezien dat er asielzoekers letterlijk op straat kwamen te staan. „Dat moet niet kunnen, want dan komen mensen in de illegaliteit.”
Een bewoonster van een andere wijk in Grave die voorbijkomt, is het ermee eens dat asielzoekers niet de illegaliteit in moeten. „We moeten mensen helpen. Maar Nederland doet meer voor hen dan andere landen. Bovendien zijn lang niet alle asielzoekers eerlijk. Zij moeten terug naar hun eigen land. Maar zieken kan je natuurlijk niet wegsturen.”