Dat heeft verantwoordelijk wethouder Aboutaleb aan de gemeenteraad laten weten, zo bleek woensdag.De reductie komt voort uit het koppelen van een aantal bestanden, zoals het leerlingenadministratiesysteem Erisa, die van de Informatie Beheer Groep en de registratie van alle werkenden op Suwinet. Daardoor heeft de gemeente beter zicht gekregen op het exacte aantal voortijdig schoolverlaters.

Het aantal jongeren van wie niet bekend is wat ze doen, blijkt 2500 te zijn. Aboutaleb ging eerder nog uit van 5000 onbekende voortijdig schoolverlaters.

De gemeente gaat deze laatste groep de komende tijd op een directe manier benaderen. Tot februari kunnen de jongeren rekenen op een brief en indien nodig een bezoek om te kijken waar ze terechtkunnen voor onderwijs, werk of zorg.

De gemeente onderzoekt verder of een zogeheten startkwalificatie, een mbo-opleiding, daadwerkelijk noodzakelijk is. Volgens Aboutaleb zijn ruim 6500 jongeren in Amsterdam wel aan het werk, maar niet in het bezit van een mbo-diploma. Deze groep wordt nader onder de loep genomen, waarbij maximale talentontwikkeling voorop komt te staan.

Voortijdig schoolverlaten staat in de hoofdstad hoog op de politieke agenda. Deze maand begint een campagne om jongeren ervan te overtuigen dat ze hun kansen moeten grijpen. Posters en spotjes op de lokale televisiezender AT5, in de trams en metro moeten potentiële scholieren ertoe aanzetten zich alsnog aan te melden bij een van de roc’s in de stad voor een mbo-opleiding.