Friesland telt 60 kilometer dijk aan de Waddenzee met een asfaltlaag aan de zeezijde. Door het rotte asfalt voldoet de dijk lang niet aan de gestelde eisen om extreme stormen te kunnen weerstaan. Het waterschap heeft daarom na de ontdekking van de eerste 6 kilometer rotte asfaltlaag een depot met materiaal achter de dijk opgezet voor noodreparaties. De bewoners achter de dijk zullen de hele winter op dat depot moeten vertrouwen, want pas als het stormseizoen volgend voorjaar is afgelopen, wordt de asfaltlaag vervangen.Na de ontdekking van de eerste 6 kilometer rotte dijk vermoedde het waterschap dat de problemen waren terug te voeren naar de oliecrisis in de jaren zeventig. Toen de laag in die periode werd aangelegd, zou door het tekort aan basisproduct olie minder goed asfalt zijn gebruikt. Het nieuw ontdekte stuk is echter voor de oliecrisis aangelegd.

Het pas ontdekte stuk werd in april nog gecontroleerd door specialisten en zij constateerden geen gebreken. In de maanden daarna bleek de asfaltlaag toch af te brokkelen. „We hebben geen detectiemethode, dus moeten we wachten tot het probleem zich manifesteert", aldus De Vries. Het waterschap ontdekt de problemen daardoor pas als het asfalt begint af te brokkelen. Asfaltlaboratorium KOACNPC onderzoekt de oorzaak van de rot. Eerdere onderzoeken leverden geen resultaat op.

Wat het herasfalteren van de 9 kilometer dijk kost, weet het waterschap nog niet. Het waterschap vindt dat Rijkswaterstaat de onvoorziene kosten moet betalen, maar tot nu toe stelde deze organisatie dat het waterschap dat zelf moet doen.

Nederland kent in totaal 600 kilometer zeedijk met een asfaltlaag. De problemen met de laag zijn alleen in Friesland bekend.