„Rijk frustreert armoedeaanpak”
DEN HAAG - Het te strenge rijksbeleid belemmert een effectieve bestrijding van armoede. Dat stellen de 27 middelgrote gemeenten in de petitie Inventarisatie Armoedebeleid die zij woensdagmorgen aan de Tweede Kamer overhandigden.
Om „slimmer, sneller en goedkoper te kunnen handelen” vragen de zogenoemde G27 meer vrijheid en middelen van het Rijk.De middelgrote gemeenten hekelen de versobering die is doorgevoerd met de Wet werk en bijstand (WWB) in 2004. Het niet meer mogen toekennen van categorale bijstand aan groepen zorgt voor te hoge uitvoeringskosten. Gemeenten moeten nu via arbeidsintensieve manieren elke aanvraag individueel bekijken of iemand in aanmerking komt voor bijzondere bijstand.
Door deze procedure zijn de uitvoeringkosten van het armoedebeleid hoog ten opzichte van het geld dat echt naar de minima gaat. Gemeenten proberen dit op te lossen door meer samen te werken. Bovendien is het budget voor bijzondere bijstand gedaald. In 2003, vóór de invoering van de WWB, bedroeg dat 511 miljoen euro, in 2005 nog maar 325 miljoen euro.
Vijftien van de 27 gemeenten vergeleken hun budget en uitgaven voor de sociale zekerheid. In totaal gaven zij vorig jaar ruim 20 miljoen euro meer uit dan begroot. Tilburg, Enschede en Nijmegen sprongen eruit met overschrijdingen van ruim 3 miljoen euro tot 2,4 miljoen. Alleen Schiedam hield geld over (293.223 euro).
De middelgrote gemeenten maken zich zorgen omdat armoede in Nederland een groeiend probleem is. Dat blijkt uit onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau, het Centraal Bureau voor de Statistiek en de vakcentrale FNV. De G27 pleiten -net als de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) eerder dit jaar- voor een verhoging van de bijstandsuitkering.
Een Kamermeerderheid van CDA en PvdA toonde zich woensdagmorgen onder de indruk van het kijkje dat de G27 in hun boekhouding geven. CDA-Kamerlid Verburg vroeg zich echter af of gemeenten wel creatief genoeg zijn. Zij wees erop dat zij met haar collega Noorman van de PvdA in april al via een motie het mogelijk heeft gemaakt om aan de hand van groepskenmerken bijzondere bijstand te bieden aan gezinnen met kinderen die dit nodig hebben.
Ook staatssecretaris Van Hoof (Sociale Zaken) stelde eerder dat gemeenten eerst beter hun best moeten doen om minima te wijzen op voorzieningen als bijzondere bijstand. Door deze oproep is volgens de G27 echter een verkeerd beeld ontstaan. Gemeenten zouden wel degelijk via voorlichting, inloopspreekuren en het koppelen van informatiebestanden proberen te zorgen dat de steun terechtkomt bij mensen die er recht op hebben.
De meeste van de middelgrote gemeenten gaven vorig jaar ook veel meer geld uit dan was begroot om mensen te helpen de eindjes aan elkaar te knopen. Voor de uitvoering van deze zogenaamde schuldhulpverlening ontvangen gemeenten geen aparte gelden. Meestal putten zij daarvoor uit het Gemeentefonds. Op één gemeente na hanteren zij geen inkomensgrens. Wel verschillen de beschikbare bedragen voor schuldhulpverlening per gemeente fors.
In alle 27 gemeenten kunnen mensen met een laag inkomen kwijtschelding van gemeentelijke belastingen krijgen. Verder hebben 22 gemeenten een collectieve ziektekostenverzekering, 21 gemeenten een maaltijdvoorziening en in 15 gemeenten is er een regeling voor directe en indirecte schoolkosten.
Het meeste geld wordt besteed aan ouderen, huishoudens met kinderen en chronisch zieken en mensen met handicaps. Aanvragen voor bijzondere bijstand worden in 77 procent van de gevallen toegewezen.