Joachim Fest (1926-2006)
FRANKFURT - De Duitse historicus en publicist Joachim Fest is zijn leven lang eigenlijk nooit van de Tweede Wereldoorlog losgekomen. De conservatief maakte vooral naam als biograaf van Adolf Hitler.
Het verschijnen van zijn laatste boek heeft Joachim Fest niet meer mogen meemaken. Een week voordat zijn jeugdherinneringen onder de titel ”Ich nicht” uitkomen, overleed Fest maandagavond op 79-jarige leeftijd in zijn villa in Kronberg bij Frankfurt.Fest werd in 1926 geboren als zoon van een leraar. Hij studeerde rechten, geschiedenis, sociologie, germanistiek en kunstgeschiedenis. Van 1963 tot 1968 was hij hoofdredacteur van de Norddeutsche Rundfunk en van 1973 tot 1993 was hij mede-uitgever van de kwaliteitskrant Frankfurter Allgemeine Zeitung.
Beroemd werd Fest in 1973 door zijn Hitlerbiografie. Het was overigens niet zijn eerste boek over het Derde Rijk. In 1963 verscheen ”Het gezicht van het Derde Rijk”. Fest was ook de man die Hitlers minister Albert Speer hielp met het op papier zetten van zijn ”Herinneringen” (1969).
Later, in 1999, schreef Fest een biografie over Albert Speer, die bij de Neurenbergprocessen met een gevangenisstraf goed wegkwam. Eigenlijk had hij niets meer over de oorlog willen schrijven, zei hij in een interview met deze krant. „Met mijn boek over het Duitse verzet (”Der Staatsstreich”, 1994), wilde ik een punt achter het Derde Rijk zetten.” Mede op aandringen van zijn zoon die wist dat hij nog aantekeningen op zolder had liggen, verdiepte hij zich toch weer in de Tweede Wereldoorlog, en met name in de persoon van Albert Speer. „Als je Speer kunt doorgronden, begrijp je waarom gecultiveerde Duitsers met Hitler heulden. Hij is de sleutel. De Goebbelsen en Himmlers vormen geen raadsel. Dat zijn desperado’s die je in iedere maatschappij aantreft. Speer is de sleutelfiguur.”
Toen aan het einde van de vorige eeuw de balans werd opgemaakt, liet ook Fest zich niet onbetuigd en publiceerde hij weer over de naziperiode. Fest schreef niet over het Derde Rijk uit curiositeit, maar „omdat men uit het Derde Rijk lering kan en moet trekken.”
Tegenover het weekblad Die Zeit zei hij in 2004: „Hitler is en blijft een antropologische mogelijkheid. Zulke mensen zullen er steeds zijn. We hadden na de verlichting 200 jaar een mensbeeld dat ervan uitging: de mens is goed en het kwaad kan men door opvoeding en verbetering van de sociale omstandigheden uit de wereld helpen. Dit positieve mensbeeld heeft Hitler vernield. We weten, of behoren te weten, dat het kwaad bestaat.”
Fest werd vaak opgevoerd als conservatief. Zelf sprak hij liever van zijn pessimistische mensbeeld. Hij geloofde niet in ideale verhoudingen met uitsluitend goede mensen. Dat ideaalbeeld noemde hij een literaire fictie. Van zijn Duitse leraar Kiefer had hij geleerd sceptisch te zijn in het leven. „Kiefers devies was: Altijd met twijfel leven. Dat is een waarheid die boven alle andere waarheden staat.”
Zijn droom was zich aan de kunstzinnige hoogtepunten van de geschiedenis te wijden, aan de Italiaanse renaissance bijvoorbeeld. Zijn bibliotheek stond vol met boeken over schilderkunst en rond zijn huis lag een prachtige beeldentuin. Hier kon hij genieten. Het bleven momenten, want hij werd voortgedreven om te vertellen over en te waarschuwen voor gevaren die hij in de maatschappij zag.
Kennis van het verleden vond Fest iets dat iedere burger moest hebben. Het stoorde hem dat er nauwelijks meer historici in de Duitse Bondsdag zitting hebben. „Kan men dan de jongere generatie verwijten maken dat ze bijna geen kennis hebben van het verleden?” vroeg hij vorig jaar hardop in een vraaggesprek in de Neue Zürcher Zeitung. „Een mens moet weten waar hij vandaan kom. Als hij dat niet weet, als hij niet weet welke waarden en voorstellingen er van het verleden en heden zijn, dan weet hij niet waar hij heengaat.”