De Animal Farm van de CU
DEN HAAG - CDA-Kamerlid Hessels ging woensdagmiddag in gesprek met leden van de ChristenUnie over zijn stelling dat rooms-katholieken bij de ChristenUnie niets te zoeken hebben vanwege de opvattingen over de mis.
Maar liefst 740 reacties leverden Hessels’ prikkelende interview met het Katholiek Nieuwsblad vorige maand op. De website van een rooms-katholiek discussieforum stroomde binnen een paar dagen vol met e-mails. Dat was voor de CDA’er reden om eens een aantal leden van de ChristenUnie op het Binnenhof uit te nodigen. „Ik ben inderdaad een wat rechtlijnige katholiek”, glimlacht hij.In de Kuyperkamer in het Kamergebouw heeft Hessels koffie en gebak klaargezet. Het is zijn bedoeling om het rooms-katholieke geluid binnen het CDA „duidelijker te laten horen.”
Het werden woensdag ouderwetse gesprekken over christelijke politiek en de verschillen tussen CDA en ChristenUnie. Klassieker kon het niet.
CDA’er Henk Koelewijn: „Ik maak me echt zorgen om het bijzonder onderwijs.” Sandra Korteweg, lid van de ChristenUnie: „Maar de ChristenUnie ook.” Koelewijn weer op zijn beurt: „Maar jullie hebben geen regeermacht en kunnen er niets aan doen.”
Hessels’ redenering is simpel: De ChristenUnie is mede gebaseerde op de Uniefundering, die stelt dat de partij haar politieke overtuiging fundeert op de Bijbel, „die door de Drie Formulieren van Enigheid wordt nagesproken.” Daaronder valt ook de Heidelbergse Catechismus, die in Zondag 30 de paapse mis een vervloekte afgoderij noemt.
„Ik vind het prima dat je als katholiek lid wordt van de ChristenUnie, een partij waar ik goed mee kan samenwerken”, zegt Hessels. „Maar ik begrijp het gewoon niet.” Volgens hem behandelt de partij rooms-katholieken in principe als tweederangs. „Net als in Animal Farm: alle dieren zijn gelijk, maar sommige meer dan andere.”
Arnout van Kempen, belijdend rooms-katholiek en lid van de ChristenUnie, is het maar gedeeltelijk met Hessels eens. Hij vindt het onterecht dat bij de ChristenUnie evangelischen als A-leden gelden en rooms-katholieken nog steeds B-leden zijn. Maar het gaat Van Kempen uiteindelijk om het politieke beleid van de ChristenUnie, en dat bevalt hem.
„Als ik moet kiezen tussen een partij die principieel stelling neemt tegen abortus of een partij met een minister van Ontwikkelingssamenwerking die in het buitenland zelfs pleit voor abortus - dan weet ik het wel.”
„Ho, stop”, reageert Hessels (41): „Ik was minderjarig toen het CDA de abortuswet ontwierp.” Bovendien is een regeringspartij volgens hem altijd genoodzaakt om in een coalitie compromissen te sluiten. „Met pijn in het hart moet je soms kiezen voor de minst kwade optie.”
Dat begrijpt Van Kempen. Maar Hessels’ suggestie dat een „echte katholiek” geen lid kan zijn van de ChristenUnie stoort hem. „Ik krijg het verwijt dat ik geen goede gelovige zou zijn, en daar maak ik mij boos om.”
Hessels: „Ik heb niet gezegd: Stem op het CDA. Ik kan mij alleen niet voorstellen dat een katholiek op een uitgesproken protestantse partij stemt. De ChristenUnie is ook nog eens een linkse partij.”
Sandra Korteweg wil de discussie over tien jaar nog wel eens voeren. Volgens haar is het een kwestie van tijd voordat rooms-katholieken zich wat meer op hun gemak voelen bij de nog jonge fusiepartij van GPV en RPF. „Net als bij een nieuwe schoonzus in de familie is het nu gewoon even aftasten.”
Maandag gaat Hessels op de koffie bij priester Notermans uit Stramproy - sinds twee jaar lid van de ChristenUnie. Even bijpraten.