„Ontroerend briefje” van Groen ontdekt
De historicus G. J. Hooykaas heeft een tot nu toe onbekend „ontroerend briefje" van Groen van Prinsterer aan Thorbecke ontdekt. Het betreft één enkele zin, geschreven in een beverig handschrift, waarmee de bekende antirevolutionaire leider in het jaar 1870 zijn grote liberale tegenstander Thorbecke condoleert met het verlies van diens echtgenote.
De staatslieden Groen van Prinsterer en Thorbecke waren aanvankelijk goed met elkaar bevriend, maar hun relatie bekoelde in 1837, onder meer omdat Groen het toen sterk opnam voor de door de overheid vervolgde Afgescheidenen. In de jaren '30 van de negentiende eeuw schreven de twee mannen elkaar echter nog regelmatig. Historici gingen er tot nu toe van uit dat Groen, door zijn vrienden soms kortweg “GvP” genoemd, in 1842 zijn laatste brief aan Thorbecke schreef.
Nu blijkt dat de voorman van de antirevolutionairen ook 28 jaar later nog een kort briefje heeft geschreven aan de liberale coryfee. Het luidt als volgt: „Bij het onherstelbare verlies dat den heer Thorbecke heeft getroffen, is het mijn behoefte hem, met den warmen handdruk dier oude vriendschap, te verzekeren dat niemand hartelijker deel kan nemen in zijn rouw dan Groen van Prinsterer."
Hooykaas kwam het condoleancekaartje recent tegen bij het doornemen van het archief van Thorbecke. Op een gisteren aan de Amsterdamse VU gehouden congres over Groen van Prinsterer noemde de historicus het een „ontroerend document humain dat getuigt van de zielenadel van Groen."
De antirevolutionaire staatsman was aan het eind van zijn leven –Groen overleed in 1876– blijkbaar in staat over alle persoonlijke en politieke tegenstellingen heen te stappen die hem jarenlang van Thorbecke gescheiden hadden gehouden. De liberaal was hecht aan zijn echtgenote verbonden en noemde haar „mijn madonnaatje."
Aangegrepen
Thorbecke, de grondlegger van de Nederlandse parlementaire democratie, overleed zelf in 1872. Groen was door dat overlijden zo geëmotioneerd dat hij niet in staat was zelf een in memoriam te schrijven. „De dood van Thorbecke heeft mij geweldig aangegrepen", schreef hij aan Kuyper, daarbij de laatste twee woorden vet onderstrepend.