De betrokkenen zelf, hun advocaten, artsen en Tweede Kamerleden reageerden verheugd op het besluit van Verdonk. De organisatie voor geestelijke gezondheidszorg (GGZ) in Groningen liet weten nu eindelijk te kunnen beginnen met gerichte traumabehandeling van de slachtoffers. De onzekerheid over hun lot belemmerde die langdurige behandeling, aldus de organisatie, die hulp biedt aan veel overlevenden.Zeven slachtoffers van de brand krijgen geen verblijfsvergunning, omdat ze zijn veroordeeld voor ernstige drugs– of geweldsdelicten. Ook de man die ervan wordt verdacht de brand in zijn cel te hebben gesticht, Achmed Al–J., komt vooralsnog niet voor een verblijfsvergunning in aanmerking. Bij een ander wacht Verdonk de uitspraak af in een drugszaak die nog tegen hem loopt.

De regeringspartijen CDA en VVD, maar ook onder meer oppositiepartij SP vinden dat Verdonk een verstandig besluit heeft genomen. Dat geldt ook voor advocaat Alie Westerhuis, die twaalf slachtoffers bijstaat die in het asielzoekerscentrum Musselkanaal verblijven. Al haar cliënten mogen hier blijven. „Dolblij ben ik. Ze geloofden hun oren niet toen ik hen belde. Er is nu een einde gekomen aan hun onzekerheid en dat is heel belangrijk".

Ook letselschadeadvocaat Martin de Witte is tevreden. „Minister Verdonk heeft adequaat gehandeld. Nu wel", zei hij. De Witte beschouwt het besluit als een soort schadevergoeding. De advocaat voert namens 25 slachtoffers van de brand een procedure bij de rechtbank in Haarlem om aan te tonen dat de overheid aansprakelijk kan worden gesteld voor de brand en dat de overlevenden recht hebben op een schadevergoeding.

Ondanks de algehele blijdschap over het besluit van Verdonk klonk ook kritiek op haar. De vreemdelingen krijgen een reguliere verblijfsvergunning en geen asielvergunning. Dat betekent dat ze aan allerlei vereisten moeten voldoen als zij familieleden naar ons land willen laten komen. Advocaat Westerhuis denkt dat de stap van Verdonk te maken heeft met het binnenkort te verschijnen en naar verluidt nogal kritische rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid.

De VVD–bewindsvrouw zei in een reactie dat haar besluit daar niets mee te maken heeft. Volgens GGZ Groningen en VluchtelingenWerk Nederland (VWN) had de minister veel eerder moeten besluiten de mensen een verblijfsvergunning te geven. „Zeker omdat het hier gaat om een ernstig getraumatiseerde groep die slachtoffer is geworden onder verantwoordelijkheid van de Nederlandse overheid", aldus een VWN–woordvoerder.

Verdonk benadrukte dat ze zorgvuldig heeft willen omgaan met de betrokkenen en dat het enige tijd heeft geduurd voor ze alle benodigde medische gegevens had. Bovendien wilde ze de groep in één keer duidelijkheid geven. Verdonk heeft de besluiten genomen op basis van haar zogeheten discretionaire bevoegdheid. De minister kan daarvan gebruik maken om toch een verblijfsvergunning te verstrekken aan iemand die niet aan de beleidsregels voldoet.

De vreemdelingen verbleven destijds in het detentiecentrum in afwachting van hun uitzetting. Vijf van hen die na de brand waren ontsnapt, zijn nog altijd spoorloos. In totaal 46 mensen vertrokken uiteindelijk vrijwillig, 67 zijn met onbekende bestemming vertrokken en 44 zijn gedwongen uitgezet.