De CGR pleit daarom voor opname van de normen en regels in de medische opleidingen van artsen.Voorzitter Asscher van de CGR benadrukte tijdens dat gesprek nog eens dat zijn stichting geen opsporingsorgaan is. De CGR raakte vorige week in opspraak, omdat de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) concludeerde dat de stichting te weinig toezicht houdt op de naleving van haar eigen regels en uitspraken.

De stichting is een zelfregulerend orgaan van farmaceuten, groothandels, drogisterijbedrijven, artsen– en apothekersorganisaties. Zij behandelt klachten en stelt zo nodig zelf nieuwe richtlijnen op.

Ze is bereid samen te werken met de inspectie, zoals minister Hans Hoogervorst van Volksgezondheid wil. Dan zouden afspraken gemaakt moeten worden over wie welke zaak onder welke voorwaarden doet. De inspectie krijgt al twee keer per jaar alle zaken van de CGR te zien, zei de voorzitter. Maar tot op de dag van vandaag is er nog nooit een zaak aan de inspectie overgedragen.

De stichting ziet zichzelf ook niet opsporen of de inspectie bellen, als er iets fout gaat, zei Asscher. Wel is de CGR bereid te onderzoeken of de eigen uitspraken nageleefd worden.

De voorzitter van de stichting wordt in zijn opstelling gesteund door koepelorganisatie Zorgverzekeraars Nederland. Directeur Martin Bontje van ZN vindt dat de inspectie dat moet doen. Hij wil dat minister Hoogervorst de inspectie snel opdracht moet geven om actief overtreders op te sporen en de handhaving van de regels ter hand te nemen.

Volgens ZN is dat vooral nodig, omdat de farmaceutische industrie het beleid van zorgverzekeraars om het gebruik van goedkope geneesmiddelen te stimuleren dwarsboomt.