Geen boeman, maar gastheer
GRONINGEN - Het moeten geen boemannen zijn die mensen van het wad jagen. Eerder gemoedelijke, gastvrije mensen die bezoekers uitnodigen voor een kopje koffie en tegelijkertijd het wad beschermen. Het waddengebied krijgt wadwachters, waarschijnlijk volgend jaar al.
Toeristen weten vaak maar weinig van het wad af, stelt Lenze Hofstee van de Groningse Stichting WAD. Ze zijn wel bereid rekening te houden met de natuur, maar in het gebied is te weinig informatie beschikbaar. Daarom zouden op kwetsbare plekken tijdens het zomerseizoen wadwachters aanwezig moeten zijn, vindt de stichting.Afgelopen week bracht Stichting WAD samen met veertig andere organisaties die bij de wadden zijn betrokken een brochure naar buiten. Daarin staan allerlei projecten die belangrijk zijn voor het behoud van het wad. Mogelijk worden ze in de toekomst bekostigd vanuit het Waddenfonds, een pot met 800 miljoen euro die het kabinet heeft uitgetrokken om vanaf 2007 twintig jaar lang extra investeringen te kunnen doen in het waddengebied. Morgen praat de Tweede Kamer over de invulling van het fonds.
Het concreetste project dat in de brochure naar voren komt, is het wadwachtsysteem. Komend zomerseizoen starten hoogstwaarschijnlijk de eerste wachten op Engelsmanplaat en de oostpunt van Terschelling. Staatsbosbeheer werkt op dit moment de plannen uit. Volgens Hofstee is een wadwachtpost op die plaatsen makkelijk te realiseren omdat er al een vogelwacht aanwezig is.
Het bestuurslid van Stichting WAD weet alles van het wadwachtsysteem. Hij was in de jaren ’80 zelf acht jaar wadwachter op de enige wadwachtpost die Nederland toen rijk was. Vanwege bezuinigingen kwam een einde aan het bestaan daarvan.
Waarom moeten er weer wadwachters komen?
„Op zandbanken in de Waddenzee en op de punten van eilanden leven grote concentraties vogels en zeehonden. ’s Zomers komen mensen er ook graag. Dat kan prima, als ze maar rekening houden met het tij. Bij laag water gaan de vogels massaal het wad op om voedsel te zoeken. Alle zandbanken zijn dan verlaten; je kunt er zonder problemen een kanon afsteken. Bij hoog water verzamelen de dieren zich juist op zandbanken. Dan zijn toeristen een enorme storing. Dat willen we voorkomen.”
Is er nu helemaal geen toezicht en voorlichting in het gebied?
„Er varen wel een paar schepen van het ministerie van Landbouw rond, maar die zullen alleen bij heel ernstige dingen ingrijpen. Op de eilanden bevinden zich enkele informatiecentra. Maar ga je buitendijks, richting zandbanken en eilandpunten, dan houdt de voorlichting op. We koesteren die charme van verlatenheid, maar willen voorkomen dat ook vogels van die plekken wegtrekken.”
Dus de wadwachter jaagt iedereen het wad af?
„Nee. We willen juist geen wegjaagbeleid. De wadwachter is iemand met een gastvrije houding. Een voorbeeld: Een gezin vaart rond op de Waddenzee. Een van de kinderen ziet opeens een mooie zandbank en wil daar naartoe. De ouders kennen het gebied niet en weten ook niet dat er op de zandbank veel dieren rusten. Een wadwachter kan hen dan voor zijn door met zijn rubberbootje naar hen toe te varen en vriendelijk te vragen of ze later -bij laag tij- terug kunnen komen. Als hij hen dan gelijk uitnodigt voor een kopje koffie raken de mensen niet geïrriteerd en hebben ze er alle begrip voor.
Een wadwachtpost doet ook dienst als informatiecentrum. We denken aan een paalwoning op drijvers die na het recreatieseizoen makkelijk is weg te halen. Elke toerist die zo’n huisje ziet staan, loopt daar automatisch op af.”
Is het niet eenvoudiger om bepaalde plaatsen tot verboden gebied te verklaren op tijden dat veel dieren er rusten?
„De tijden van hoog en laag water verschuiven elke dag. Bepaalde zandbanken een bepaalde tijd tot verboden gebied verklaren heeft dus weinig zin. Bovendien blijft de kans dan groot dat de toeristen met hun bootje toch richting die mooie zandbank vol vogels gaan.”