Het college van B en W in Nijmegen wil het bespaarde geld inzetten om gezinnen met een minimuminkomen die kinderen op de middelbare school hebben, extra te steunen.Dat heeft het college dinsdag besloten. Volgens een woordvoerder van de gemeente ontstaat er bij 28 procent van de aanvragen voor bijstand een vermoeden van fraude. Na onder meer onverwachte huisbezoeken bleek twee derde van die vermoedens te kloppen en is geen uitkering toegekend. Daarmee is 1,8 miljoen euro bespaard op de uitgaven.

Nijmegen telt 6074 bijstandsgerechtigden. De gemeente is van plan het komende jaar door te gaan met scherpe controles. Sinds 1 juli moet iedereen in de bijstand elke maand een zogenoemd statusformulier invullen. Als er aanwijzingen voor fraude zijn, controleert de gemeente die formulieren onder meer door bestanden te koppelen. Ook krijgen zo’n 350 mensen een onaangekondigd huisbezoek.

Met het uitgespaarde geld willen B en W een schoolfonds instellen voor minima met middelbare scholieren. Die gezinnen hebben de hoogste kosten, zegt de gemeente. Volgens het college besparen huishoudens met een minimuminkomen op extra uitgaven voor schoolactiviteiten.

Dat plaatst de leerlingen buiten de klas en ontneemt hun kansen voor de toekomst, vindt het college. Daarom wil de gemeente elke bijstandsouder de mogelijkheid geven 100 euro per kind per jaar te declareren om kosten van bijvoorbeeld schoolkamp en excursies te bestrijden.

In Spijkenisse heeft een fraudeteam sinds de oprichting in 2005 in dertien samenwerkende Rijnmondgemeenten ruim 1 miljoen euro aan fraude met bijstandsuitkeringen opgespoord.

In anderhalf jaar werden 250 meldingen onderzocht. Dat resulteerde in beëindiging van uitkeringen en afwijzing van aanvragen. Buiten de terugvordering van de fraudebedragen levert de opsporing de gemeenten een besparing op van ruim 1,5 miljoen euro aan uitkeringen.

De meeste meldingen hadden betrekking op het samenwonen van mensen met een bijstandsuitkering terwijl dat niet was opgegeven aan de sociale dienst. Ook hadden veel meldingen betrekking op zwartwerken en op onjuiste opgave van postadressen. Meldingen zijn zowel afkomstig van overheidsinstellingen als van derden.

Door het koppelen van bestanden aan de uitkeringsadministratie, bijvoorbeeld de Belastingdienst, UWV, de Rijksdienst voor het Wegverkeer en de Kamer van Koophandel, komen mogelijke fraudesituaties steeds vaker aan het licht. Ook signalen van omwonenden en bekenden over het vermoeden van fraude worden onderzocht. In de afgelopen periode is er in 28 gevallen aangifte gedaan bij het openbaar ministerie.