Helena van Troje, de mooiste vrouw aller tijden
Enkele jaren geleden, tijdens een trektocht door Griekenland, verlieten mijn man en ik de gammele bus en sjokten we onder de brandende zon Mykene binnen. Mykene, de stad waar ooit koning Agamemnon heerste, die de Griekse troepen op de been bracht om zijn ontvoerde schoonzusje Helena uit Troje terug te halen.
Mykene is trots op zijn geschiedenis. Alle hoofdpersonen uit Homerus’ ”Ilias” komen we tegen op de uithangborden van de hotelletjes. Hotel Klytaimnestra biedt volgens het uithangbord ook ”rooms with bath”. Nogal onaantrekkelijk als je bedenkt dat Klytaimnestra haar man Agamemnon bij zijn thuiskomst juist in bad vermoordde…Dat Helena ”de mooiste vrouw ooit” geweest is, zal iedereen weten. Dat zij meeging of mee moest met de Trojaan Paris, waarna de tienjarige strijd rond Troje begon, is velen bekend. Dat haar man Menelaos, toen hij haar eindelijk weerzag, zijn zwaard liet vallen en haar zonder één verwijt weer aan zijn zijde duldde, zullen de gymnasiasten kunnen vertellen. Misschien ook nog dat Helena eeuwen voor Homerus leefde, in de late bronstijd. Maar bij het leven in de dertiende eeuw voor Christus zullen maar weinigen een concreet beeld kunnen krijgen. Voor eenieder die in dit laatste geïnteresseerd is, is een prachtig boek verschenen: ”De schone Helena”, geschreven door Bettany Hughes.
Hughes schreef een biografie van Helena. Zij hoopt dat het een echte ”historia” geworden is in de oude betekenis: een verslag dat observatie, verhaal, onderzoek, analyse en mythe bevat. Ik denk dat zij daar heel goed in geslaagd is. Hughes zoekt de wortels bij het verhaal. Het verhaal van Homerus in de eerste plaats, maar ook het verhaal dat tragedieschrijvers, geschiedschrijvers en dichters ons vertellen.
Om de wortels bij het verhaal te zoeken, reist Hughes door Helena’s landschap, bekijkt ze afbeeldingen van Helena en haar tijd in de kunst, bestudeert ze de geschriften in Lineair B, het bronstijd-Grieks, en gaat ze alle archeologisch relevante opgravingen langs. Op deze spannende zoektocht probeert zij niet het bestaan van Helena te bewijzen of de waarheid van Homerus’ verhaal aan te tonen. Nee, met dit veelzijdige materiaal schetst zij hoe het leven er in de late bronstijd uitzag. En door bij alles te refereren aan Helena wordt het verhaal niet saai, maar mateloos fascinerend.
Hughes vertelt vervolgens over de gemiddelde levensduur van Mykeense vrouwen: op hun twaalfde waren ze moeder, op hun vierentwintigste oma en voor hun dertigste overleden ze. „Het leven van onze Helena uit de bronstijd moet weelderig, zinnelijk en kort zijn geweest.” Ze vertelt over de macht van een aristocrate als Helena, die land in eigendom had en de mannen om haar heen onder de duim hield. Ze vertelt over de leefstijl in de hoogste kringen: over het gebruik van opium, over een door olijfolie glanzende huid en kleding, over parfums, zwarte make-up rond de ogen en ijzeren sieraden (in deze tijd zeldzamer en dus kostbaarder dan zilver of goud), over kamers met schilderingen in felle kleuren en maaltijden variërend van kikkererwtenpannenkoekjes tot allerlei gekruid wild.
Hughes volgt Helena van kind tot vrouw en vertelt dus over de beroemd geworden Spartaanse opvoeding. Maar ook over andere aspecten die daarbij behoorden, bijvoorbeeld haar kapsel: als meisje met een geschoren hoofd, alleen een lok boven het voorhoofd en een klein paardenstaartje in de nek; later, in de puberteit, met iets langer haar, maar nog altijd met de ruige lok en het staartje; pas wanneer Helena volwassen is geworden, wordt het scheermes weggeborgen en mag zij haar lange haar ingewikkeld opbinden met linten en kralen.
„Hoewel de schoonste vrouw ter wereld in Griekse ogen een geloofwaardige aanleiding was voor de oorlog aller oorlogen, vochten de helden van Troje niet alleen om een vrouw, maar ook om de eer en alle glorie die de dood kon brengen.” Een gewelddadige dood op het slagveld was de beste, roemrijkste manier om te sterven.
Hughes gaat ook in op de aanleiding, de Griekse ”xenia” die door Paris geschonden werd: de gedragscode, de ongeschreven wet van de gastheerschap waaraan eenieder in het Mediterraan gebied zich diende te houden. „Het zou niet zo vreselijk zijn geweest als Paris Helena tijdens een gevecht had meegenomen of haar op de weg had overmeesterd, maar hij was een gast. Het was alsof iemand niet alleen een vuile rand in het bad had laten zitten, maar bovendien de handdoeken en gouden kranen had gegapt. Door Helena te stelen schond Paris de fundamentele regels van gastvrijheid, regels die de maatschappij en internationale betrekkingen ondersteunden. Dit was niet zomaar een ontvoering, het was een oorlogsdaad.”
Maar Hughes beschrijft meer dan alleen Helena’s leven en tijd. Zij laat ook het beeld van Helena door de eeuwen heen zien. Zo hebben Dante, Fra Angelico, Da Vinci, Marlowe, Shakespeare, Spenser, Goethe, Strauss en vele anderen elk op eigen wijze het begrip Helena levend gehouden. Culturen hebben hun eigen Helena’s geschapen, in overeenstemming met hun eigen schoonheidsidealen. Helena leeft voort. Geen model, geen plaatsvervangster is ooit goed genoeg. „We willen haar in een hokje stoppen, maar dat kunnen we niet. Soms is ze een slachtoffer van het noodlot, soms een zelfzuchtige kwade kracht.”
Fantastisch en verschrikkelijk
Voor Homerus en zijn lezers is Helena een schitterende, koninklijke schoonheid, een eigenzinnige, grillige aristocrate, een bannelinge, die helden in haar naam zag lijden. Voor de gewone man en vrouw in het oude Griekenland (en Egypte) was Helena meer: zij was ook een halfgodin, een heldin, eeuwenlang aanbeden en vereerd. Ten derde is er Helena de ”schaamteloze slet”, een idool van vrouwelijke schoonheid en seksualiteit dat door de eeuwen heen zowel aanbeden als veracht is. Helena is fantastisch en verschrikkelijk.
Titel: ”De schone Helena. De biografie van Helena van Troje, de vrouw voor wie duizend schepen uitvoeren”
Auteur: Bettany Hughes
Uitgeverij: Mouria, Amsterdam, 2006
ISBN 90 458 4942 9
Pagina’s: 496
Prijs: € 27,50.