Kinderen nog altijd vast in Syrië
DEN HAAG (ANP) - De onderhandelingen over de twee kinderen die al zo’n zes weken op de Nederlandse ambassade in Syrië verblijven, gaan onverminderd door. „Er is contact met de moeder, de vader en de Syrische autoriteiten”, aldus een woordvoerder van het ministerie van Buitenlandse Zaken woensdag.
De twee kinderen, Sara (10) en Ammar (13), die bij hun vader in Syrië woonden, zochten anderhalve maand geleden hun toevlucht tot de ambassade in de hoofdstad Damascus.Op de vraag of bij het overleg ook bemiddelaars zijn betrokken, wilde de woordvoerder in het belang van de zaak niet ingaan. In NRC Handelsblad van dinsdag zei een Syrische hoogleraar te willen bemiddelen. Volgens de man, Mohamad Hassaan Awad, biedt de sharia (het islamitisch recht) perspectief voor de Nederlandse moeder om haar kinderen terug te krijgen.
Volgens Buitenlandse Zaken is het vooral een proces van geduld. „De zaak is door de botsende rechtssystemen erg ingewikkeld. We hebben ook met anderen van gedachten gewisseld. In het belang van de zaak willen we daar verder niks over zeggen.”
De vader nam de kinderen in 2004 zonder toestemming van de moeder mee naar zijn geboorteland Syrië. Hij beweert dat de kinderen uit vrije wil met hem meegingen en dat het ambassadepersoneel de kinderen heeft gekidnapt. Het ministerie van Buitenlandse Zaken ontkent dit en wil de vader overtuigen dat de kinderen terug naar hun moeder moeten.
Sinds een week houdt de nieuwe ambassadeur, Bonis, zich met de kwestie bezig. Zij trad eerder aan en haar voorganger, ambassadeur Van Schreven, bleef langer op zijn post om de zaak zo goed mogelijk te behandelen.
Met de jongen en het meisje gaat het goed. „Het grootste probleem is natuurlijk dat ze het pand niet echt uit kunnen. Ze internetten, spelen met andere kinderen en ze krijgen nog steeds steunbetuigingen uit Nederland”, aldus de zegsman van het ministerie.
Moeder Janneke Schoonhoven noemt het aanbod van de Syrische hoogleraar „hulp uit onverwachte hoek”. Iedereen die wil helpen, is wat haar betreft welkom. Ze belt elke middag met haar kinderen en merkt dat ze steeds onzekerder worden. „Ze kunnen maar moeilijk begrijpen waarom ze nog steeds moeten blijven”.