De 24-jarige Samir de B. en de 26-jarige Roxana K. waren in de nacht van 26 op 27 oktober als eerste bewaarders bij de cel waar de brand was uitgebroken. De B. haalde de bewoner uit zijn cel en liet vervolgens de celdeur openstaan. Volgens het OM hebben de twee „bepaalde instructies niet nageleefd en niet conform de afspraken gehandeld.”Het OM heeft De B. en K. onlangs gehoord als verdachten. Of het daadwerkelijk tot een rechtszaak komt, is nog niet duidelijk. Dat hangt af van de uitkomsten van het technisch onderzoek van het Nederlands Forensisch Instituut naar de brand, die aan elf mensen het leven kostte. Het tweetal zit niet vast.

De bewaarders zijn vorige maand voor de rechtbank in Haarlem gehoord in het kader van het voorlopig getuigenverhoor. Daaruit bleek dat de bewaarders ongeoefend waren. Ze hebben tijdens hun werk in het cellencomplex op Schiphol-Oost nooit deelgenomen aan een brandoefening. Het enige wat ze wisten van brandpreventie hadden ze geleerd tijdens hun opleiding bedrijfshulpverlening (bhv). Dat onderdeel besloeg drie uur. Instructies van hun meerdere hebben ze die nacht niet gekregen.

Het OM houdt de 24-jarige Achmed Al-J. verantwoordelijk voor het stichten van de brand in zijn cel. In de K-vleugel, waar de brand uitbrak, mochten de gedetineerden in hun cel roken. De Libiër verbleef in het cellencomplex in afwachting van uitzetting. Hij zit sinds oktober vorig jaar in voorarrest.