Halfjaar geëist voor poging tot moord
ZUTPHEN - Tegen de 23-jarige B. G. H. uit Apeldoorn is dinsdag voor de rechtbank in Zutphen een gevangenisstraf van zes maanden geëist, waarvan vijf voorwaardelijk, voor poging tot moord.
Daarnaast eiste officier van justitie mr. M. Zwartjes een voorlopig straatverbod en een verplichte behandeling voor onder meer zijn alcoholverslaving. H. wordt ervan verdacht onder invloed van drank wraak te hebben willen nemen op de man die zijn vader doodreed en diens vader.De vader van de 23-jarige Apeldoorner werd in november 2003 door een inwoner van Klarenbeek doodgereden; zijn moeder raakte bij hetzelfde ongeval invalide. H. raakte daarna op drift, dronk veel te veel en verloor zijn baan. In mei van dit jaar kwam het tot een uitbarsting. De man pakte onder invloed van een flinke hoeveelheid drank thuis een keukenmes uit de la en stopte het onder het zadel van zijn scooter. Daarna reed hij weg, met het doel de veroorzaker van het ongeval en diens vader te vermoorden.
Voordat hij wegreed zei H. tegen zijn moeder: „Ik geen vader, dan hij ook geen vader. Nu gaat hij eraan, de moordenaar. Ik houd van je, maar ik moet dit doen.” De vrouw kon hem op dat moment niet stoppen, maar belde de politie, die H. op 100 meter van de woning van zijn beoogde slachtoffers aanhield. „Ik was zeker van plan hem en zijn vader te vermoorden, het is maar goed dat ik ben tegengehouden”, gaf de verdachte in het eerste verhoor bij de politie toe. Later wist hij niet meer zeker of hij toegestoken zou hebben, maar de officier van justitie hield hem dinsdag aan zijn eerste verklaring.
Voor de voorbereidingshandelingen eiste zij een gevangenisstraf van zes maanden, waarvan vijf maanden voorwaardelijk, verplichte behandeling en een straatverbod. Om herhaling te voorkomen wil Zwartjes een proeftijd van vijf jaar.
Volgens de gedragsdeskundigen die de verdachte onderzochten, heeft H. de woede en het verdriet de afgelopen jaren verdrongen en is hij nooit aan rouwverwerking toegekomen. De man lijdt aan een persoonlijkheidsstoornis en is enigszins verminderd toerekeningsvatbaar. Er is gevaar voor herhaling als hij niet behandeld wordt. Die behandeling is bedoeld om H. het verlies van zijn vader alsnog te laten verwerken en is tevens nodig voor zijn alcoholverslaving.
Als reden voor zijn wraakoefening gaf H. op dat hij de indertijd opgelegde straf veel te licht vond. De veroorzaker van het ongeluk kreeg een werkstraf van 120 uur en een rijontzegging voor twaalf maanden, waarvan de helft voorwaardelijk.
Op 22 augustus doet de Zutphense rechtbank uitspraak.