Donner wenst meer info over Haltstraf
DEN HAAG - Nader onderzoek naar Haltstraffen is noodzakelijk, vindt minister Donner van Justitie. De alternatieve sancties zijn amper effectief, zo blijkt uit een studie in opdracht van zijn departement.
Jongeren die een straf hebben gekregen van bureau Halt blijken niet minder vaak opnieuw in de fout te gaan dan jongeren bij wie alleen gedreigd werd met een Haltstraf, bleek eerder deze maand uit onderzoek door Advies- en Onderzoeksgroep Beke.Succesvol zijn de Haltstraffen, zoals graffiti verwijderen of schoolpleinen vegen, wel voor jongeren die hun vergrijp in groepsverband hebben gepleegd en bij tieners die voor het eerst over de schreef gaan. Wat ook goed helpt, is jongeren hun excuses laten aanbieden aan het slachtoffer.
De onderzoekers stellen in hun rapport dat Haltstraffen bij de oprichting van Halt in 1981 vooral waren bedoeld voor jongeren die zich aan vandalisme schuldig maken. In de afgelopen 25 jaar zijn echter ook jongeren die stelen of geweld plegen door de politie naar Halt verwezen. Daarnaast komen steeds vaker tieners bij Halt terecht die voor de tweede keer in de fout zijn gegaan.
Die verbreding is er de oorzaak van dat Haltstraffen steeds minder effectief blijken te zijn, stelde onderzoeker A. Hauber van de Universiteit Leiden zaterdag in NRC Handelsblad. Samen met H. van Dullemen ontwikkelde hij de Haltstraf. In 1982 adviseerde hij al aan de gemeente Rotterdam, waar Halt is begonnen, om alleen jongeren naar Halt te sturen die voor het eerst een vergrijp plegen en die verder weinig problemen hebben.
De uitdijende klantenkring van Halt en de toegenomen aandacht voor de effectiviteit van straffen nopen tot nader onderzoek naar Halt, vindt minister Donner van Justitie. Hij hoopt er zo achter te komen welke straf voor welk type jongere en bij welk soort delict het beste werkt. Het nieuwe onderzoek kan ertoe leiden dat voor bepaalde vergrijpen een Haltstraf niet langer afdoende is.