Ruim 80 procent kinderen ingeënt
Na zes weken inentingscampagne is 81 procent van de kinderen tussen de 14 maanden en de 5 jaar en tussen de 15 en de 18 jaar gevaccineerd tegen meningokokken type C.
De eerste fase van de landelijke campagne werd woensdag afgesloten in Schipluiden, zo meldt GGD Nederland.
Van september tot november krijgen alle overige kinderen, tussen de 6 en de 14 jaar, het vaccin tegen de dodelijke bacterie toegediend. De afgelopen maanden werden de eerste twee leeftijdsgroepen ingeënt omdat zij de grootste risico’s lopen. In totaal kregen 1,78 miljoen kinderen een oproep thuisgestuurd, waaraan (de ouders van) ruim 1,4 miljoen kinderen gehoor gaven.
De landelijke GGD vindt dat aantal niet tegenvallen. Volgens een woordvoerster zijn veel kinderen niet gekomen omdat nogal wat kinderen al waren ingeënt, vooruitlopend op de officiële campagne. „Het gaat om naar schatting een half miljoen kinderen. Hun ouders hebben het vaccin zelf moeten betalen.”
Onder meer om deze reden bestonden er tussen plaatsen opmerkelijke verschillen in vaccinatiegraad. Zo was de opkomst volgens de GGD-woordvoerster in Wassenaar 35 procent en in Raalte in de Achterhoek 98 procent. „In Wassenaar bleken al veel kinderen te zijn ingeënt.” De GGD krijgt pas na afloop van de tweede fase inzicht in het totaalaantal gevaccineerde kinderen. Uiteindelijk verwacht de GGD uit te komen op de van tevoren verwachte 90 procent. Er zijn ook groepen ouders die vanwege religieuze of levensbeschouwelijke bezwaren hun kinderen niet laten inenten.
Na de zomervakantie zijn de bijna 1,8 miljoen kinderen tussen de 6 en de 14 jaar aan de beurt. De voorbereidingen zijn in volle gang. Vanaf half augustus kunnen zij de oproep verwachten. De meeste priklocaties zullen dezelfde zijn als bij de eerste fase. Ook de draaiboeken zijn gelijk, omdat alles goed verliep volgens de GGD. Na november zullen de lokale GGD’en nog ’bezemdagen’ organiseren om alsnog kinderen te prikken die om wat voor reden dan ook niet eerder konden komen.
De campagne wordt uitgevoerd door GGD Nederland in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid en in samenwerking met onder meer de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu.