Krakersbolwerk met marmer en zwembad
RIDDERKERK - Kraken als fenomeen van Amsterdam of Rotterdam? Niet dus. Ook een kapitale, leegstaande villa in Ridderkerk moet eraan geloven. Eigenaar J. L. van den Heuvel: „Ik weet nog niet hoe en wanneer ik mijn gasten eruit zet. Ik voel me begaan met deze mensen; als ze niet stoned zijn, zijn ze heel aardig.”
Nooit eerder hadden ze zo’n luxe onderkomen. Een heus binnenzwembad en een ruim aantal kamers. Bijna een week verblijven ze er nu: Robert, Ruben, Alie, Jenn, Olga en Flow. Zes krakers, die letterlijk en figuurlijk in weelde baden. Vorige week woensdag betrokken ze de inmiddels slooprijpe woning aan de Noldijk in Ridderkerk.Van den Heuvel, voormalig directeur van fruitimportbedrijf Hagé en de vroegere bewoner, kwam er pas twee dagen later achter. „’s Avonds ben ik maar eens bij hen op de koffie gegaan.”
Kraker Ruben Buitendijk werpt zich op als woordvoerder van de groep. Hij komt uit Barendrecht en wist dat het pand leegstond. „Dus vorige week zijn we er met een groep op af gestapt. Binnen een minuut stonden we binnen en hadden we een ander slot op de deur.”
Sindsdien onderging de woning hier en daar een gedaanteverwisseling. Een aantal muren in het rijkelijk van marmer en massief hout voorziene pand werd beklad. Hier en daar ontstonden beschadigingen. Buitendijk: „Wij zijn geen anarchisten, we willen het hier niet vernielen. Eén jongen deed dat wel, die hebben we weggestuurd.”
Waarom ze kraken? „Zo’n pand hoort niet leeg te staan. Het is een mooie manier van leven om er dan in te gaan wonen.”
Van den Heuvel zat bepaald niet te wachten op de komst van de krakers. Hen weer wegkrijgen is echter niet eenvoudig, verwacht hij. „Volgens de politie maken ze gebruik van de mazen in de wet. Ik probeer hen maar te vriend te houden, de afgelopen dagen ben ik al twee keer een bak fruit gaan brengen.”
Minder enthousiast werd hij echter toen bleek dat een van de kalkoenen uit zijn dierenparkje in de achtertuin niet meer in het land der levenden verkeerde. „Ik heb een laatste waarschuwing gegeven, en dat meen ik. Als dat nog een keer gebeurt gaan ze eruit, goedschiks of kwaadschiks.”
Van den Heuvel is sowieso niet van plan de krakers lang te tolereren. Op de plek waar het huis nu staat, moet een nieuwe woning komen voor zijn zoon. Het gekraakte pand vertoont grote scheuren in de muren. Een sloopvergunning is aangevraagd.
Van den Heuvel: „Als het huis niet werd afgebroken, had ik hen er allang uitgezet. De snelheid waarmee ik nu stappen zet, hangt af van hun gedrag. Ik voel me begaan met deze mensen; als ze niet stoned zijn, zijn ze heel aardig.”