Lang leve de minderheidscoalitie
DEN HAAG - Het rompkabinet van CDA en VVD begint aan zijn eerste werkweek. Uniek is zo’n kabinet niet: Balkenende III is het vierde sinds de Tweede Wereldoorlog. Dit minderheidskabinet, steunend op 72 Kamerzetels, doet wel meer dan de vorige drie.
Minderheidskabinetten bestaan vooral als overgangskabinet na de val van een voorgaand meerderheidskabinet. Hun doel is in principe het afhandelen van lopende zaken en het uitschrijven van verkiezingen.Maar in de praktijk doen ze meer dan ze bij aanvang beloven, zo wijst de parlementaire geschiedenis uit. Bovendien voelen minderheidskabinetten zich steeds minder beperkt in hun werkzaamheden.
Balkenende III lijkt die traditie, ondanks beloftes over terughoudendheid, voort te zetten. Het nieuwste minderheidskabinet heeft een nog forsere agenda dan de vorige drie: een volwaardige begroting, het belastingplan voor 2007 en een verlaging van de winstbelasting.
Het eerste minderheidskabinet in de naoorlogse geschiedenis, onder premier Zijlstra, zag het in de in 1966 afgelegde regeringsverklaring als zijn taak „de overbrugging te vormen naar het nieuwe kabinet.” Niet meer dan dat. De ARP’er Zijlstra weet met zijn ploeg van KVP en ARP nog wel de omroepkwestie te regelen door aanvaarding van de Omroepwet.
Premier Biesheuvel stelde zich met zijn rompkabinet al iets minder bescheiden op. Hij meende na de val van zijn vorige kabinet in 1972 zichzelf nog wel een beperking te moeten opleggen wat betreft zijn taak; hij beloofde in zijn regeringsverklaring vooral lopende zaken te behandelen. Desalniettemin kondigde hij een reeks van belangrijke sociaaleconomische onderwerpen aan en diende hij daags na het debat over de regeringsverklaring een lijst met 39 urgent geachte wetsontwerpen in.
Het minderheidskabinet-Van Agt III, bestaande uit CDA en D66, was nog minder terughoudend. Premier Van Agt sprak direct in zijn regeringsverklaring al van een „volwaardig en volledig bevoegd” kabinet. Hij wilde zich niet de politieke wapens uit handen laten slaan. Belangrijkste doel van het kabinet was de behandeling van de voorjaarsnota 1982. Dat was een uiterst controversieel onderwerp; het vorige kabinet was juist op de voorjaarsnota en de daarin voorgestelde bezuinigingen gevallen.
Het nieuwste minderheidskabinet, Balkenende III, stelde zich in het debat over de regeringsverklaring redelijk bescheiden op. Het moest wel: de oppositie hamerde vorige week alleen maar op de geringe mogelijkheden van het minderheidskabinet.
Maar premier Balkenende eiste tegelijkertijd wel enige speelruimte op. Sowieso gaat het kabinet, dat veel gelijkenis vertoont met Biesheuvel II, de sociaaleconomische hervormingsagenda van Balkenende II afronden. Bewust ging Balkenende niet in op de vraag van de oppositie welke onderwerpen verder behandeld zullen worden. Daarmee wilde hij ongetwijfeld alvast enige ruimte claimen.
Bijvoorbeeld voor de omstreden verbindingsweg tussen de A6 en de A9, langs het Naardermeer. Volgens Haagse bronnen zet minister Peijs van Verkeer haar voorbereidingen voor die snelweg gewoon door. De linkse oppositiepartijen en D66 zijn juist fel tegen een besluit over dit onderwerp: een minderheidskabinet moet terughoudend zijn.
De minister-president daarentegen lijkt met zinsneden als: „Je moet over onderwerpen praten als de tijd er rijp voor is” alles open te willen houden.