Jonge Antillianen belanden volgens de onderzoekers nu tussen wal en schip, omdat ze de Nederlandse taal te goed beheersen en daardoor niet in aanmerking komen voor de eerste opvang in de internationale schakelklas. „Het probleem is dat hun taalvaardigheid daarentegen te gering is om in het reguliere onderwijs mee te kunnen komen”, stellen de onderzoekers vast.

Ze signaleren tevens dat de doelstelling van de internationale schakelklas niet wordt gehaald en bevelen „een herbezinning aan op de werkwijze”. In de schakelklas moeten nieuwkomers de Nederlandse taal leren, zodat ze daarna in het reguliere onderwijs verder kunnen. „De nieuwkomers hebben, meer dan voorheen, uiteenlopende achtergronden en kampen vaak met psycho-sociale problemen. Dat maakt het onderwijs extra complex.”

Volgens de Minderhedenmonitor presteren allochtone jongeren nog altijd minder op school, maar doen ze het vooral in het voortgezet onderwijs wel steeds beter. De overgang van het vmbo naar mbo blijkt een struikelblok. „Veel allochtone jongeren zijn ambitieus: ze willen graag leren en een goede baan bemachtigen. Ze hebben daarentegen geen reëel beeld van hun eigen mogelijkheden en kansen. Al met al verlaten veel jongeren hun opleiding voortijdig omdat de door hun gekozen opleiding niet aan hun verwachtingen voldoet of omdat hun einddoel niet haalbaar blijkt.”