Dat heeft het demissionaire kabinet donderdag besloten in reactie op het advies dat jeugdcommissaris Van Eijck enkele maanden geleden uitbracht.Op dit moment moeten alle probleemjongeren naar provinciaal werkende jeugdhulpverleningsinstanties. Daar zijn vaak lange wachtlijsten. Via gemeentelijke Centra voor Jeugd en Gezin is snelle hulpverlening mogelijk.

In de toekomst krijgt elke gemeente een Centrum voor Jeugd en Gezin. Dat is een combinatie van het huidige consultatiebureau en een voorziening voor opvoedingsondersteuning tot jongeren van 18 jaar.

Het kabinet heeft donderdag geen besluit genomen over de vraag of de bestuurlijke verantwoordelijkheid voor de jeugdzorg van provincies naar gemeenten moet. Jeugdcommissaris Van Eijck heeft dat wel voorgesteld. Het demissionaire kabinet vindt een eventuele reorganisatie van de jeugdhulpverlening een zaak van de regering die na de verkiezingen aantreedt. Op dat moment is ook een evaluatie van de huidige Wet op de jeugdzorg gereed.

Versterking van de rol van gemeenten in het jeugdbeleid is al enkele jaren gaande. Volgens het kabinet heeft dat ook al tot resultaten geleid, bijvoorbeeld tot daling van het aantal voortijdige schoolverlaters. Hun aantal is gedaald van 64.000 in 2003-2004 tot 57.000 in 2004-2005.

Verder heeft het kabinet donderdag besloten dat er voor de (jeugd)zorg en het speciaal onderwijs één geïntegreerde indicatieprocedure komt. Dit voorkomt dat jeugdigen en ouders een opeenstapeling van bureaucratische procedures moeten doorlopen.