CNV: Kwart werknemers in de uitvaart wil staken
HOOFDDORP (ANP) – De CNV Dienstenbond organiseert acties onder werknemers in de uitvaartbranche. Volgens CNV–bestuurder Steffe Bak blijkt uit onderzoek dat een kwart van de vakbondsleden wil staken, omdat ze in de cao–plannen van werkgevers allemaal een soort oproepkrachten dreigen te worden.
„Ze moeten zich elke ochtend melden. Als er te weinig overledenen zijn, moeten ze vrij nemen en zodra het druk is, worden ze opgeroepen", aldus Bak donderdag. Volgens de CNV–bestuurder werken er circa 10.000 mensen in de uitvaartzorg en is de actiebereidheid in de sector nog nooit zo hoog geweest.De vakbond gaat rouwkaarten uitdelen aan werknemers waarin staat hoe hun cao hen „dreigt te ontvallen". Werknemers kunnen de acties steunen door een ‘condoleanceregister’ op de website www.dienstenbond.nl te ondertekenen. Over drie weken wil de vakbond het register overhandigen aan de werkgevers om het vorige maand afgebroken cao–overleg nieuw leven in te blazen.
Werkgeversonderhandelaar René Kwekkeboom noemt de opsteling van de CNV–bond buitengewoon vervelend. „Wij hebben dit nog nooit meegemaakt", stelde hij. Volgens hem is CNV–bestuurder Bak nieuw en kent hij de branche duidelijk nog niet zo goed. „Zijn beweringen staan haaks op de werkelijkheid. Zo tellen wij ongeveer 4500 werknemers."
De werkgeversorganisaties NUVU, VOU en NVU willen wel meer flexibiliteit, zodat overuren verrekend kunnen worden in rustige tijden. „Werknemers worden geen oproepkrachten. Maar als ze een avond hebben doorgewerkt, moeten ze de volgende ochtend wat later kunnen beginnen als het dan rustig is. Zo gaat het in de praktijk eigenlijk al", aldus Kwekkeboom.
De cao–onderhandelaar wijst erop dat de afgelopen drie jaar het aantal sterfgevallen lager uitviel dan verwacht. „De rek is er nu uit. Zonder het wegstrepen van overuren moet we reorganiseren, terwijl dat helemaal niet verstandig is." Door de vergrijzing worden meer sterfgevallen verwacht. De drie organsaties komen binnenkort bijeen om zich te beraden over de vraag hoe ze het cao–overleg kunnen hervatten.