Binnenland

OM eist boete tegen Visafslag Urk

ARNHEM (ANP) – Het openbaar ministerie (OM) in Arnhem heeft maandag in hoger beroep een boete van 20.000 euro, waarvan 15.000 euro voorwaardelijk, geëist tegen de Visafslag Urk. Volgens het OM heeft de veiling in 2003 zes partijen vis geveild zonder dat duidelijk in de administratie stond wat de herkomst was.

26 June 2006 13:57Gewijzigd op 14 November 2020 03:52

„De zee moet niet leeggevist worden", stelt de advocaat–generaal. Volgens haar kan de Algemene Inspectie Dienst (AID) zonder deugdelijke administratie niet controleren of de vis bijvoorbeeld komt van een visser die meer dan zijn quotum heeft gevist.De directeur van de Visafslag Urk geeft aan dat de regels voor de administratie van zeevis begin jaren negentig onvolledig zijn opgesteld, waardoor de situatie nu onwerkbaar is: „De gaten in de regelgeving heb ik toen al aangekaart bij het productschap en het ministerie, maar er is nooit iets aan gedaan", aldus de directeur.

Al die jaren heeft de AID volgens de directeur genoegen genomen met de feitelijk onvolledige manier van administreren die de veiling sindsdien hanteerde. „Door een wisseling van de wacht bij de AID en het ministerie rekenen ze ons er nu ineens op af".

In de afslagwereld wordt onderscheid gemaakt tussen ’verse vis’, die vanaf de vissersboot rechtstreeks naar de veiling komt, en ’handelsvis’, die door handelaren wordt aangeboden. Voor alle vis geldt dat de herkomst helder moet zijn geadministreerd. Voor verse vis gebeurt dat door bij elke partij een soort kenteken van de vissersboot te noteren. „Bij handelsvis is dat al sinds het begin een stuk lastiger", betoogt de directeur van de Visafslag.

Handelsvis komt bijvoorbeeld vaak uit het buitenland, waar men soms een onduidelijker administratiesysteem heeft. „Ook willen handelaren soms niet zeggen van welke boot zij de vis kochten, omdat zij bang zijn hun leverancier aan de veiling kwijt te raken". Bovendien zijn er inmiddels nieuwe ontwikkelingen zoals zeeviskwekerijen, waarbij onduidelijk is of deze vis tot de verse of de handelsvis moet worden gerekend.

Bij vier van de zes partijen was de handelaar een bedrijf dat zelf ook vissersboten heeft. Volgens de AID was de vis van deze handelaar ’verse vis’, waardoor de AID graag wilde controleren of de vis niet soms als ’handelsvis’ aangeboden verse vis was.

De directeur kon of wilde in 2003 de administratie daarover niet afgeven. „Het moest maar eens tot een zaak komen, zodat er misschien eindelijk wat aan de regelgeving wordt gedaan". Volgens het openbaar ministerie zijn de regels misschien lastig, maar niet onuitvoerbaar: handelaren die geen duidelijke papieren bij hun vis hebben, moeten dan maar een deurtje verder. Volgens de Visafslag betekent dit echter verlies van handel, en is het controleprobleem dan nog niet opgelost.

Het gerechtshof doet uitspraak op 10 juli. De geëiste straf is gelijk aan wat de politierechter eerder oplegde.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer