Grote steden geven meer lage inkomens extra bijstand
DEN HAAG (ANP) – Grote steden hebben vorig jaar flink meer huishoudens met een laag inkomen bijzondere bijstand gegeven dan kleinere gemeenten. In plaatsen met tenminste 250.000 inwoners ontving 32 procent van de huishoudens met een laag inkomen steun bij overwacht hoge kosten, omdat een bril nodig is, wegens reuma de energierekening oploopt, een babyuitzet of een nieuwe koelkast. Bij kleinere gemeenten schommelt dit percentage tussen de 4 en 19 procent.
Dat blijkt uit de zogeheten Kernkaart Werk en Bijstand die deze week door het ministerie van Sociale Zaken is aangevuld met gegevens uit 2005. De kleinste gemeenten (tot 5000 inwoners) scoren het laagst. In deze plaatsen kreeg 4 procent van de huishoudens met een laag inkomen bijzondere bijstand. In steden met 100.000 tot 150.000 inwoners was dit bijna een op de vijf.Rotterdam bereikt van de vier grote steden de meeste lage inkomens met bijzondere bijstand, namelijk 42 procent. Utrecht geeft aan 22 procent, Den Haag 31 procent en Amsterdam 32 procent.
De grote steden geven weliswaar meer lage inkomens bijzondere bijstand, maar het bedrag per ontvanger is bij hen ook behoorlijk lager dan in andere gemeenten. In de plaatsen met tenminste 250.000 inwoners bedroeg de steun per ontvanger vorig jaar gemiddeld 409 euro. In steden met 150.000 tot 250.000 is dit ruim het dubbele met gemiddeld 916 euro per ontvanger.
Ook de kleinste plaatsen trekken meer hun portemonnee open zodra ze besluiten bijzondere bijstand te verlenen: en geven per ontvanger gemiddeld 602 euro. In andere gemeenten met minder dan 250.000 inwoners schommelt het ontvangen bedrag tussen de 731 en 836 euro.