„Slechthorenden naar dovenschool”
ZWOLLE - Slechthorende kinderen die niet naar het reguliere onderwijs gaan, kunnen het best naar een dovenschool. Dat stelt J. Isarin in onderzoek dat ze uitvoerde in opdracht van de Koninklijke Effatha Guyot Groep.
Op de scholen die oorspronkelijk voor slechthorenden zijn opgezet, is deze groep inmiddels in de minderheid, doordat veel slechthorenden tegenwoordig naar het reguliere onderwijs gaan.Op de slechthorendenscholen zijn nu veel leerlingen met andere communicatieve problemen, zoals autisme en spraak- en taalstoornissen. Daardoor krijgen zowel de gebarentaal als de ondersteunende gebaren er onvoldoende aandacht. Daarom zijn slechthorenden beter af op de dovenscholen, stelt Isarin.
In het reguliere onderwijs zijn slechthorenden soms eenling op een school. De onderzoekster pleit er daarom voor dat scholen zich specialiseren. „Als er in elke regio een school in het reguliere onderwijs is die meer expertise heeft, komt dat de slechthorenden ten goede. Bovendien kunnen ze daar lotgenoten ontmoeten.”
Isarin onderzocht de leefwereld van dove en slechthorende jongeren, hun zelfbeeld en behoeften en de wijze waarop ze omgaan met hun beperkingen, met hun sociale omgeving en met lotgenoten.
Ze communiceerde met de jongeren via msn, om aan te sluiten bij de wijze waarop zij met elkaar communiceren. De onderzoeksresultaten zijn vastgelegd in het boek ”Hoor hen!”.
Momenteel is Isarin bezig met vervolgonderzoek, dat zich richt op dove kinderen die door een cochleair implantaat enigszins kunnen horen.