Dat zei minister Veerman woensdag op de jaarlijkse Dag van het Zeeuwse Platteland. De minister sprak over de toekomst van de Zeeuwse boer en de wisselwerking van water en land.Hij wilde het liever niet hebben over het ontpolderen van landbouwgronden. „Ik kom zelf van een eiland, ben boer in hart en nieren, dus niemand hoeft mij te vertellen wat er in de zielen van die mensen omgaat”, snoerde Veerman criticasters de mond.

Bij de ingang van het terrein werd wel met spandoeken gedemonstreerd tegen de ontpoldering.

De toekomst van de Zeeuwse boer hangt nauw samen met de ontwikkelingen op het platteland zoals verzilting van landbouwgrond. Daar moeten boeren, maar ook vissers op inspelen, vindt de minister.

Boeren moeten het hebben van ondernemerschap en de overheid, op alle niveaus, moet hun daarvoor de ruimte en kennis bieden. „Ik doe wat ik op mijn plek kan doen”, zei Veerman.

Hij riep de aanwezige bewindslieden op ook op lagere niveaus voldoende ruimte te geven aan ondernemers door minder en eenvoudige regels te handhaven.

Veerman vond het belangrijk om zijn medewerking aan de bijeenkomst te verlenen. „Zeeland is een provincie waar het platteland erg belangrijk is. Ik vind het van groot belang dat de verhouding tussen boeren en burgers goed is. We zijn de laatste jaren die verbinding wat kwijtgeraakt. Men denkt soms dat melk niet uit een koe, maar uit een pak komt.”

W. Brandenburg van de Wageningse universiteit schetste de perspectieven voor de Zeeuwse ondernemer. Hij ziet met de verzilting van landbouwgrond grote kansen voor zilte landbouw door zeekraal, lamsoren en asperges te verbouwen. Ook de kweek van schelp- en schaaldieren is goed mogelijk.

De minister reikte de Zeeuwse Plattelandstrofee uit aan de initiatiefnemers van de biblioservicebus als het meest innovatieve en duurzame plattelandsproject. De bus doet de kleinste kernen aan en heeft naast een bibliotheekfunctie onder andere een bank- en postkantoorfunctie. Het is de bedoeling dat de bus ook in de rest van Nederland gaat rijden.

Projecten zijn er genoeg, volgens gedeputeerde Poppelaars. Uit de paar honderd initiatieven is een selectie gemaakt.

Veerman had ook tijd voor onderonsjes met bezoekers, zoals met een oude bekende die speciaal voor hem was gekomen om hem te zeggen hoe hij over de ontpolderingskwestie dacht. „Weet wat je doet. Je krijgt die Zeeuwen tot in het derde geslacht tegen je”, waarschuwde hij de minister.

„Je weet dat ik daarvan niet onder de indruk kan zijn”, antwoordde de minister. Maar hij nodigde, amicaal als altijd, de „oude vriend” wel uit op zijn boerderij om zijn hart te luchten.