Dat bleek woensdag tijdens een overleg in de Kamer met minister Alexander Pechtold (Bestuurlijke Vernieuwing), die onder voorwaarden bereid is mee te werken aan de komst van zo’n mensenrechtenorgaan. Onder meer het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP), de Commissie Gelijke Behandeling (CGB) en de Nationale Ombudsman hadden de minister vorig jaar geadviseerd een onafhankelijk mensenrechteninstituut op te richten.Pechtold vindt dat zo’n orgaan als overkoepelende organisatie echte meerwaarde moet hebben en dat het een boegbeeld moet worden waar bestaande organisaties op het gebied van mensenrechten zich achter scharen. Het CDA is „uiterst kritisch" over de plannen, zei Coskun Cörüz van die fractie. Hij vindt het goed dat er nu verschillende publieke en private organisaties bestaan die zich met mensenrechten bezighouden. Dat houdt het debat levendig. Concentratie van dergelijke instanties in één instituut zou dat debat teniet kunnen doen.

Het CDA wil eerst weten hoe het takenpakket en de bevoegdheden van het instituut eruitzien. Ook moeten burgers er terechtkunnen met klachten als grondrechten met elkaar botsen. Dat zou de rechterlijke macht ontlasten.

De PvdA vindt het belangrijk dat er één mensenrechteninstituut komt. Nu is er sprake van te veel versnippering. Ook heeft Nederland een internationale politieke verantwoordelijkheid om het orgaan op te richten. Zo hadden de Verenigde Naties er in 1993 in een resolutie al toe opgeroepen. Pechtold beaamde ook dat Nederland een „inspanningsverplichting" is aangegaan.

Rond 1 augustus moet er een plan op tafel liggen met de precieze structuur van de organisatie. Volgens Pechtold mag het geen duur en bureaucratisch orgaan worden. Het zou ook een educatieve functie kunnen krijgen, om de kennis van de grondwet te verspreiden, aldus de minister.