Cultuur & boeken

Gids op een dwaalspoor

Titel: ”Nederland als voorbeeldige natie”
Auteur: Wim van Noort en Rob Wiche (red.)
Uitgeverij: Verloren, Hilversum, 2006
ISBN 90 6550 894 5
Pagina’s: 141
Prijs: € 15,-.

Arjan Nobel
21 June 2006 08:34Gewijzigd op 14 November 2020 03:51Leestijd 5 minuten

In het buitenland staat Nederland niet alleen bekend om zijn klompen, tulpen en windmolens. Minstens zo bekend zijn de coffeeshops, de Amsterdamse Wallen en de liberale euthanasiewetgeving. In de bundel ”Nederland als voorbeeldige natie” belichten negen wetenschappers de voorbeeldfunctie van ons land. Conclusie: er is nogal wat af te dingen op onze voortrekkersrol. Nederlanders zijn trots op hun kleine landje aan de zee. Het moeras aan de Noordzee werd door ons omgevormd tot een aards paradijs, waar vredelievendheid, tolerantie, verdraagzaamheid en zorgzaamheid de boventoon voeren. Deze trots dateert niet van vandaag of gisteren. Al sinds de negentiende eeuw laten Nederlanders zich voorstaan op hun voortrekkersrol. Volgens velen was ons land, al sinds de gouden eeuw, een gidsland. Nederland kon de wereld laten zien hoe het leven geleefd moest worden, hoe de samenleving georganiseerd moest worden en zelfs hoe de toekomst er voor alle landen uit diende te zien. De Lage Landen als een moreel voorbeeld voor de wereld. Terecht of niet?

In de bundel ”Nederland als voorbeeldige natie” buigen negen wetenschappers zich over de vraag in hoeverre Nederland inderdaad internationaal een voorbeeldfunctie heeft gehad. Historicus Anton van der Lem doet dat door uit te zoeken hoe het in de zestiende eeuw met de tolerantie gesteld was. Hij concludeert dat we voorzichtig moeten zijn met ons op de borst te kloppen: „De tolerantie verklaren vanuit de landsaard of het Nederlands volkskarakter komt dikwijls voort uit wensdenken en is doorgaans niet op argumenten gebaseerd.” Hoewel de belijders van de verschillende geloven over het algemeen vreedzaam naast elkaar leefden, was er van officiële gelijkberechtiging geen sprake. De positieve klank die het begrip tolerantie vandaag de dag heeft, bestond in de zestiende eeuw nog niet. Van der Lem: „Het Latijnse woord ”tolerare” betekende ”dulden”, tegen zijn zin iets of iemand toelaten. Accepteren en respecteren waren hele andere zaken.”

Slavenhandel
Ook Piet Emmer, hoogleraar Europese expansie in Leiden, heeft zijn vraagtekens bij de voorbeeldfunctie van Nederland. Ons land keek passief toe bij de afschaffing van de slavenhandel. Bovendien werd de slavernij in de Nederlandse koloniën pas in 1863 afgeschaft. Dat was relatief laat, in ieder geval ruim nadat Engeland in 1833 en Frankrijk en Denemarken in 1848 het voorbeeld hadden gegeven. Hoezo, Nederland als moreel voorbeeld?

Vooral vanaf het begin van de jaren zestig van de twintigste eeuw beschouwde Nederland zich als een gidsland, zo betoogt de Amsterdamse VU-hoogleraar James Kennedy. Het landje aan de Noordzee voelde zich meer en meer internationaal verantwoordelijk. Dat leidde tot een vermeerdering van ontwikkelingshulp en betrokkenheid bij vredesmissies. Twee ontwikkelingen bepaalden echter voornamelijk het beeld van Nederland in het buitenland. Amsterdam, met zijn coffeeshops en de Wallen, werd een metafoor voor tolerantie en vrijheid. Daarnaast trok Nederland internationaal de aandacht met zijn sociale experimenten. Het softdrugsbeleid, de abortuswetgeving, de homorechten en de liberale euthanasiewetgeving creëerden het idee dat Nederland niet bang was om taboes te doorbreken. In dit opzicht fungeerde Nederland als gidsland. Hoewel, zo relativeert Kennedy, Nederland was zeker niet in alle opzichten uniek. Ook een land als Zweden dichtte zichzelf een gidsfunctie toe.

Bezettende mogendheid
Over het algemeen is ”Nederland als voorbeeldige natie”, hoewel zelden sprankelend, een aardig boek. Er zijn bundels die na enkele jaren uitgroeien tot klassiekers op hun vakgebied. Dat zal met dit boek hoogstwaarschijnlijk niet gebeuren. Wel moet gezegd worden dat de artikelen van James Kennedy, Anton van der Lem en Rob de Wijk meer dan de moeite waard zijn. Soms komt de lezer voor verassingen te staan, bijvoorbeeld in de bijdrage over Nederland als bezettende mogendheid. De politionele acties zullen bij velen wel bekend zijn, maar wie weet er nog van de Nederlandse bezetting van Elten en Tudderen tussen 1949 en 1963?

De redacteuren hebben goed doorzien dat het antwoord op de vraag naar de voorbeeldfunctie van Nederland niet uitsluitend een wetenschappelijke, objectieve en neutrale aangelegenheid is. Dat antwoord is waardegeladen. Voor de één is Amsterdam het toppunt van vrijheid en een voorbeeld voor de hele wereld, voor de ander een 21e-eeuwse equivalent van Sodom en Gomorra. De auteurs beperken zich over het algemeen tot een wetenschappelijke analyse.

Toch schemert er soms tussen de regels wel een bepaalde spanning. Filosoof Rob Wiche vraagt zich bijvoorbeeld af wat de voorbeeldfunctie van Desiderius Erasmus is. Wat Erasmus’ pleidooi voor zachtmoedigheid betreft is dat niet zo moeilijk. Dit begrip lijkt, getuige de vele oorlogen, aanslagen en geweldsescalaties, vandaag de dag op geen enkele wijze aan kracht ingeboet te hebben, zo meent Wiche. Moeilijker wordt het echter als het gaat om Erasmus’ verdediging van de vrije wil. De auteur komt hier niet verder dat de opmerking dat de grote denker hiermee onmiskenbaar betekenis heeft gehad voor de latere ontwikkeling van het seculiere humanisme.

Pedofielenpartij
Uit ”Nederland als voorbeeldige natie” wordt duidelijk dat zowel in Nederland als in het buitenland de laatste jaren twijfel is gerezen over de voorbeeldfunctie van Nederland. De tragedie van Srebrenica, de moorden op Fortuyn en Van Gogh, de opkomst van de populistische bewegingen en de toenemende spanningen tussen autochtonen en allochtonen staan haaks op het beeld van Nederland als gidsland. De actualiteit heeft de inhoud van de artikelen alweer ingehaald. Wat bijvoorbeeld te denken van de buitenlandse reacties op de gebeurtenissen rond Ayaan Hirsi Ali en de oprichting van een pedofielenpartij? De thematiek van de bundel blijkt hoogst actueel.

”Nederland als voorbeeldige natie” drukt de Nederlanders nog eens met de neus op de feiten. Er valt nogal wat af te dingen op onze voortrekkersrol. Hoewel er enige reden is om aan te nemen dat vrijheid en verdraagzaamheid sinds de Tachtigjarige Oorlog belangrijke waarden zijn in Nederland, speelt eigenbelang daarbij altijd een belangrijke rol. Datzelfde geldt voor de pretentie dat we internationaal zo’n vredelievend land zijn. In dit geval lijkt vooral van de onmacht van ons kleine landje een deugd gemaakt te zijn.

Vond je dit artikel nuttig?

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer